Concurrentiebeding – algemeen

Enkele algemene opmerkingen en informatie m.b.t. een non-concurrentie beding.

Indien een tijdelijke arbeidsovereenkomst zonder tegenspraak onder dezelfde voorwaarden wordt voortgezet behoudt het bij de eerste overeenkomst schriftelijk overeengekomen concurrentiebeding in beginsel zijn geldigheid. Daarvoor is niet nodig dat het concurrentiebeding opnieuw schriftelijk wordt overeengekomen voor de voortzetting.

Indien de tekst van het concurrentiebeding taalkundig niet volledig helder is, moet worden bekeken of daaruit dan wel de bedoeling duidelijk wordt, te weten, dat werknemer wordt verboden bij een concurrent gaat werken, gebruik makend van de kennis en kunde opgedaan bij zijn werkgever. Indien die bedoeling duidelijk is, zal een stelling dat het beding onduidelijk is en daarom ten nadele van de werkgever dient te worden uitgelegd c.q. terzijde dient te worden gesteld, falen.

Ook een beroep op artikel 19 lid 3 van de Grondwet (het recht op vrije arbeidskeuze) doet niet af aan een concurrentiebeding. De wetgever heeft door de regeling van het concurrentiebeding (in artikel 7:653 BW) in de wet op te nemen bewust gepoogd de spanning weg te nemen tussen het grondrecht op vrijheid van arbeidskeuze enerzijds en de rechtmatige bescherming van de bedrijfsbelangen van de werkgever anderzijds.

Voorts dient een rechter terughoudend dient te zijn met het afwijzen van een vordering op de grond dat er niet voldoende belang zou zijn (HR 17 september 1993, NJ 194, 118). Het belang van werkgeefster bij naleving concurrentiebeding kan ook worden ingevuld door concernbelang omdat  de belangen van werkgeefster (meestal) onlosmakelijk zijn verbonden met het concern  waarvan zij deel uitmaakt.

Niet valt in te zien, dat een werkgever onrechtmatig handelt jegens een werknemer door na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst enkele maanden te wachten met het starten van een kort geding.

Een concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk te vervallen omdat door ingrijpende functiewijzigingen het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken. De enkele omstandigheid dat zich een ingrijpende wijziging van de arbeidsverhouding heeft voorgedaan, is in het algemeen onvoldoende om aan te nemen dat het beding nu juist daardoor zwaarder is gaan drukken. Bekeken moet of door dit carrièreverloop – bijvoorbeeld – ook de arbeidsmarktpositie in belangrijke mate is verslechterd.

In alle gevallen dient op grond van een belangenafweging te worden beoordeeld of het concurrentiebeding moet worden vernietigd op de grond dat, in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld. Indien een werknemer voorafgaand aan zijn opzegging van de arbeidsovereenkomst geen overleg pleegt met zijn werkgever over het concurrentiebeding, neemt hij zelf het risico dat hij aan het concurrentiebeding zou worden gehouden.

Slechts in het geval een concurrentiebeding de werknemer in belangrijke mate belemmert om anders dan in dienst van de werkgever werkzaam te zijn, kan de rechter bepalen dat de werkgever voor de duur van de beperking aan de werknemer een vergoeding moet betalen, welke vergoeding met het oog op de omstandigheden van het geval naar billijkheid wordt vastgesteld.

Dat sprake is van een concurrentiebeding dat werknemer in belangrijke mate belemmert om anders dan in dienst van werkgever werkzaam te moet dus zijn gesteld en gebleken. (bron: www.rechtspraak.nl)

Mocht u met betrekking tot een concurrentiebeding verdere vragen hebben kunt u altijd kosteloos contact opnemen met onze arbeidsrecht advocaten. Bel ons nu:  030 252 35 20. Eerste telefonisch advies van onze advocaten is kosteloos.