Wanneer is een ontslag kennelijk onredelijk?

Een ontslag kan kennelijk onredelijk worden geoordeeld op grond van het gevolgencriterium van artikel 7:681 lid 2 aanhef en onder b BW, dat inhoudt dat een opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever kennelijk onredelijk geacht kan worden wanneer, mede in aanmerking genomen de voor de werknemer getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de opzegging voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang dat de werkgever bij de opzegging heeft.

In dat geval moet sprake zijn van bijkomstige bijzondere omstandigheden die meebrengen dat de nadelige gevolgen van de beëindiging geheel of ten dele voor rekening van de werkgever moeten komen. Alle omstandigheden van het geval ten tijde van het ontslag moeten worden meegewogen.

Relevante omstandigheden zijn onder meer de opzeggingsgrond (ligt die in de risicosfeer van werkgever of werknemer), de noodzaak van de opzegging, de duur van het dienstverband, de leeftijd van de werknemer, de financiële positie van de werkgever, de eventuele arbeidsongeschiktheid van de werknemer (relatie tussen arbeidsongeschiktheid en werk, verwijtbaarheid ten aanzien van het ontstaan daarvan, de opstelling en instelling van de werkgever ten aanzien van re-integratie), de mogelijkheden ter zake van ander passend werk, de inspanningen van de werkgever daarbij en de financiële gevolgen van het ontslag voor de werknemer (zie de uitspraken van de Hoge Raad van 27 november 2009, 12 februari 2010 en 3 september 2010, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder de respectievelijke LJ-nummers BJ6596, BK4472 en BM7049).

Daarbij zij opgemerkt, dat een ondernemer een vergaande vrijheid heeft in de organisatie en reorganisatie van haar bedrijf en een beslissing om over te gaan tot reorganisatie, met verval van een of meer arbeidsplaatsen, slechts marginaal getoetst  kan worden door de kantonrechter op de vraag of die handelwijze op zich genomen het ontslag kennelijk onredelijk maakt. De enkele omstandigheid dat de werknemer langdurig in dienst is geweest en zijn taken naar behoren heeft vervuld en bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst reeds ouder was en een ongunstige positie inneemt op de arbeidsmarkt. maken, gezien de hiervoor geschetste vrijheid van de ondernemer, niet dat het enkele ontslag reeds daarom als kennelijk onredelijk gezien kan worden.

Wel kan het ontslag als kennelijk onredelijk worden beschouwd indien daaraan geen financiële voorziening ter compensatie van de terugval in inkomen is getroffen dan wel aan de werknemer niet (ook) enige andere compensatie voor het verlies van zijn functie is geboden.

Dit laatste geldt ook indien de opzegging het gevolg is geworden van een bedrijfseconomische ontwikkeling en gebaseerd is op keuzes die de werkgever binnen de eigen organisatie heeft genomen en die (onder anderen) voor werknemer het negatieve gevolg van verval van zijn functie had.

Indien werknemer niet ingaat op een door de werkgever aangeboden outplacementtraject, kan hen dat in dit kader worden verweten. Werknemer zal in dat geval voldoende goede redenen moeten aanvoeren waarom hij niet op dat aanbod is ingegaan. Een lange reisafstand alleen is onvoldoende om een dergelijk aanbod van de hand te wijzen, te meer indien de werknemer zelf zijn kansen op ander werk nihil acht en hij in beginsel nog meer dan 10 jaren tot zijn pensioengerechtigde leeftijd werkzaam zou kunnen zijn. Door onder deze omstandigheden dit aanbod van werkgever te weigeren kan de werknemer de nadelige gevolgen van de beëindiging niet op die grond geheel of ten dele aan werkgever Verf toerekenen.

Uit de uitspraak van de Hoge Raad van 12 februari 2010 volgt dat de hoogte van de vergoeding bij kennelijk ontslag gerelateerd is aan de aard en de ernst van het tekortschieten van de werkgever in zijn verplichting om als goed werkgever te handelen. Artikel 6:97 BW geeft als algemene regel dat de rechter de schade begroot op de wijze die het meest in overeenstemming daarmee is, en laat de rechter de vrijheid de omvang van de schade te schatten als deze niet nauwkeurig kan worden vastgesteld. Hoewel de rechter dus een grote mate van vrijheid heeft bij de begroting van de schade, dient de rechter zich volgens de Hoge Raad in een geval als dit steeds nauwkeurig rekenschap te geven van de concrete omstandigheden en factoren die de hoogte van de vergoeding bepalen. (bron: www.rechtspraak.nl)

Mocht u omtrent kennelijk onredelijk ontslag vragen hebben dan wel behoefte hebben aan direct advies , kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht en ontslag advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.