Appartementsrecht | Advocaten appartementsrecht

Appartementsrecht . In deze zaak is de rechtbank van oordeel dat de VVE geen misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid om tot executie over te gaan. De VVE was immers zonder meer gerechtigd tot executieverkoop over te gaan, nu zij niet alleen een in kracht van gewijsde gegaan vonnis had verkregen tegen de eigenaren van het appartementsrecht, maar daarnaast ook op grond van de wet (art. 5:122 lid 3 BW) gerechtigd was om haar vordering (ten dele) te verhalen op de koper van het appartementsrecht.

Hebt u omtrent appartementsrecht  vragen dan wel behoefte aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos telefonisch contact opnemen met onze advocaten. Dit gaat snel en u krijgt direct een appartementsrecht advocaat aan de telefoon. Onze advocaten zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 172464 / HA ZA 08-1160

Vonnis van 24 december 2008

in de zaak van

de naamloze vennootschap
BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr.X,

tegen

de vereniging
[gedaagde],
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. Y.

Partijen worden hierna de Bank en de VVE genoemd.

1.  De procedure
1.1.  Het verloop van de procedure blijkt uit:
–  het tussenvonnis van 1 oktober 2008
–  het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 10 november 2008.

1.2.  Tenslotte is vonnis bepaald.

2.  De feiten
2.1.  [betrokkene] en [betrokkene], eigenaren van het appartementsrecht [adres], hebben aan de Bank een recht van hypotheek verstrekt op genoemd appartementsrecht ten bedrage van € 143.000,00. De VVE is de vereniging van eigenaren van de [adres]. De leden van de VVE, waaronder [betrokkene] en [betrokkene], zijn maandelijks een bijdrage verschuldigd aan de VVE van € 178,00. [betrokkene] en [betrokkene] hebben deze bijdrage na juni 2004 niet (meer) betaald aan de VVE.

2.2.  [betrokkene] en [betrokkene] zijn door de kantonrechter te Arnhem bij vonnis van 16 januari 2006 bij verstek veroordeeld de achterstand in de betaling van de bijdrage, vermeerderd met kosten, tot een bedrag van € 1.312,79 aan de VVE te betalen. De VVE heeft dit vonnis ten uitvoer gelegd door executoriale beslaglegging onder het UWV en op bankrekeningen, doch deze boden geen verhaal. Daarnaast heeft de VVE executoriaal beslag gelegd op het appartementsrecht. Dit beslag is op 17 maart 2006 overbetekend aan de Bank. De deurwaarder heeft de Bank, namens de VVE, bij brief van 24 april 2006 verzocht of deze de executie wilde overnemen. De Bank heeft bij brief van 1 mei 2006 aan de deurwaarder bericht dat zij de executie overneemt, maar niet tot veiling zal overgaan indien blijkt dat de opbrengst van het appartementsrecht onvoldoende zal zijn om de vordering van de VVE – naast de vordering van de Bank – te voldoen.

2.3.  Bij brief van 13 juli 2006 heeft de door de VVE ingeschakelde deurwaarder de Bank geschreven dat deze tot veiling kan overgaan. Op 21 juli 2006, 1 augustus 2006, 17 augustus 2006, 15 september 2006 en 15 januari 2007 heeft de deurwaarder de Bank schriftelijk verzocht op haar brief van 13 juli 2006 te reageren. Bij brief van 16 januari 2007 heeft de Bank aan de deurwaarder medegedeeld dat zij niet tot executieverkoop zal overgaan omdat de verwachte opbrengst van het appartement lager zal zijn dan de vordering van de Bank. Bij brief van 26 februari 2007 heeft de deurwaarder aan de Bank geschreven dat de VVE zal overgaan tot executieverkoop van het appartementsrecht. De vordering van de VVE bedroeg op 6 maart 2007 € 4.876,99. Bij brief van 16 juli 2007 heeft de Bank de VVE aansprakelijk gesteld voor de schade die zij zal lijden als gevolg van het doorzetten van de executoriale verkoop van het appartementsrecht.

2.4.  Op 11 september 2007 heeft de executoriale veiling van het appartementsrecht plaatsgevonden, waarbij het appartementsrecht voor een bedrag van € 81.000,00 is verkocht. De koper heeft zich bij de koop verplicht de openstaande bijdragen aan de VVE te voldoen. De koper heeft deze openstaande bijdragen met rente en kosten, tot een bedrag van € 7.626,81, aan de VVE voldaan. De koper heeft het appartement vervolgens op 28 februari 2008 doorverkocht aan een derde voor een bedrag van € 115.000,00. De Bank heeft een brief van Meeùs makelaars overgelegd, gedateerd 30 oktober 2006, waarin Meeùs aan de (gemachtigde van) de Bank schrijft dat de onderhandse verkoopwaarde van het appartementsrecht € 120.000,00 en de executiewaarde van het appartementsrecht € 108.000,00 bedraagt.

3.  Het geschil

3.1.  De Bank vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de veroordeling van de VVE tot betaling van een bedrag van € 66.661,66 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 23 januari 2008 tot de dag der algehele voldoening, kosten rechtens.

3.2.  De Bank legt aan haar vordering ten grondslag dat de VVE onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door het appartementsrecht executoriaal te verkopen, nu zij wist dat haar vordering niet uit de opbrengst van de veiling zou worden voldaan. De opbrengst is volledig ten goede gekomen aan de Bank. Daarnaast heeft de VVE het middel van executie gebruikt voor een ander doel dan waarvoor dit is bedoeld. De VVE heeft het middel van executie gebruikt om haar vordering te verhalen op de koper. Daardoor heeft de VVE misbruik gemaakt van haar recht, als bedoeld in art. 3:13 BW. Dat is onrechtmatig jegens de Bank en de VVE dient de schade die de Bank daardoor heeft geleden te vergoeden, aldus de Bank.
De Bank vordert een bedrag van € 66.661,61 aan schadevergoeding. Dat bedrag is het verschil tussen de vordering van de Bank op grond van de verstrekte woningfinanciering (€ 147.661,66) en de in de veiling gerealiseerde verkoopwaarde (€ 81.000,00).

3.3.  De VVE voert verweer, waarop hierna zonodig wordt ingegaan.

4.  De beoordeling
4.1.  De VVE voert onder meer aan dat zij geen misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid om tot executie over te gaan omdat zij beschikte over een in kracht van gewijsde gegaan vonnis en dat haar vordering wel degelijk is voldaan uit de executieopbrengst. Zij verwijst daarbij naar een brief van de notaris, belast met de veiling van het appartementsrecht, van 23 oktober 2007, waarin is opgenomen dat de koopprijs € 81.000,00 is en dat de te verrekenen lasten € 7.626,71 (ter zake de bijdrage aan de VVE) bedragen. De VVE heeft voorts gewezen op art. 5:122 lid 3 BW, dat bepaalt dat de koper van een appartement hoofdelijk verbonden is met de verkoper voor de verschuldigde bijdragen aan de VVE, die in het lopende of het voorafgaande boekjaar opeisbaar zijn geworden.

4.4.  De rechtbank is van oordeel dat de VVE geen misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid om tot executie over te gaan. De VVE was immers zonder meer gerechtigd tot executieverkoop over te gaan, nu zij niet alleen een in kracht van gewijsde gegaan vonnis had verkregen tegen de eigenaren van het appartementsrecht, maar daarnaast ook op grond van de wet (art. 5:122 lid 3 BW) gerechtigd was om haar vordering (ten dele) te verhalen op de koper van het appartementsrecht. Dat de VVE strikt genomen niet uit de koopsom van € 81.000,00 is voldaan, maakt nog niet dat zij misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid. De betaling van de vordering van de VVE volgde immers rechtstreeks uit de executie. De rechtbank acht daarbij relevant dat de Bank de executieverkoop van het appartementsrecht uiteindelijk – blijkens haar brief van 16 januari 2007 – niet heeft overgenomen, hoewel haar daartoe wel ruimschoots de gelegenheid is gegeven door de VVE.

4.3.  De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de VVE niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens de Bank. De vorderingen van de Bank zullen dan ook worden afgewezen.

4.4.   De Bank zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de VVE worden begroot op:
– vast recht    1.510,00
– salaris advocaat    1.788,00 (2,0 punten × factor 1,0 × tarief € 894,00)
Totaal  €   3.298,00

5.  De beslissing
De rechtbank

5.1.  wijst de vordering af;

5.2.  veroordeelt de Bank in de proceskosten, aan de zijde van de VVE tot op heden begroot op
€ 3.298,00;

5.3.  verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
(bron: www.rechtspraak.nl)

Bent u een vereniging van eigenaren en/of hebt u anderszins omtrent appartementsrecht vragen dan wel behoefte aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos telefonisch contact opnemen met onze advocaten. Dit gaat snel en u krijgt direct een appartementsrecht advocaat aan de telefoon. Onze advocaten zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.