Ontslag op staande voet – ontslag advocaat

Ontslag op staande voet. Ondanks langdurig dienstverband wordt roken op bedrijfsterrein aangemerkt als dringende reden voor ontslag op staande voet in kort geding procedure. Naar het oordeel van de kantonrechter kan Werknemer zich na de herhaalde locatie- nieuwsbrieven over het rookbeleid niet meer verschuilen achter zijn persoonlijke belangen en omstandigheden, hoe schrijnend ook en de proportionaliteit van het ontslag op staande voet aanvechten. Ook al was Werknemer op moment van het ontslag op staande voet 9 jaar in dienst van Werkgever en heeft het ontslag op staande voet vergaande (financiële) consequenties voor hem en zijn gezin. Werknemer was ten tijde van het ontslag bijna 40 jaar oud en mag mede gelet op het lange dienstverband geacht worden de ernst van de risico’s ter bescherming waartegen het rookverbod is gegeven ten volle te onderkennen en zich daarnaar te kunnen gedragen. De overtreding van het rookverbod was, gezien het gevaar van brand of ontploffing met alle risico’s voor personen, het milieu en de reputatie van Werkgever op het vlak van veiligheid en betrouwbaarheid, een zware overtreding, waarop zonder waarschuwing vooraf, gezien de zwaarwichtige belangen, terecht een ontslag op staande voet kon volgen.

Hebt u omtrent ontslag op staande voet vragen  dan wel behoefte aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos telefonisch contact opnemen met onze arbeidsrecht advocaat. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze advocaten aan de telefoon. Onze advocaten in Utrecht zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie Almelo

Zaaknummer  : 348448 CV EXPL 5190-10
Uitspraak  : 13 augustus 2010

Vonnis in kort geding in de zaak van:

Werknemer,
wonende te [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: Werknemer,
gemachtigde: mr.X,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WERKGEVER B.V.,
gevestigd te Delden
gedaagde partij,
hierna te noemen: Werkgever,
gemachtigde: mr. Y.

De procedure

De eisende partij heeft gesteld en gevorderd als staat vermeld in de dagvaarding van 19 juli 2010.

Partijen hebben voor de zitting producties overgelegd; Werknemer een drietal d.d. 26 juli 2010, Werkgever een vijftal d.d. 28 juli 2010.

De zaak is behandeld ter terechtzitting van 30 juli 2010. Tegelijkertijd is het voorwaardelijke verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst ex art. 7: 685 BW, ingediend door Werkgever (zaaknummer 348542 EJ VERZ. 1138-10) behandeld.

Werknemer heeft zijn standpunt doen toelichten door zijn gemachtigde, die zich daarbij heeft bediend van een pleitnota.
Werkgever heeft tegen de vordering verweer gevoerd, waartoe haar gemachtigde zich eveneens heeft bediend van een pleitnota.

Het vonnis is bepaald op heden.

De feiten, het geschil en de motivering van de beslissing

1. Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist en op grond van de inhoud van overgelegde bescheiden, voor zover niet bestreden, staat het volgende tussen partijen vast:

– Werknemer, geboren op 30 augustus 1970, is op 1 mei 2001 in dienst getreden bij Werkgever, laatstelijk in de functie van leerling procesoperator, tegen een salaris van € 2246,00 bruto per maand, vermeerderd met een ploegentoeslag van € 673,80, exclusief vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en overige emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is van toepassing de CAO voor Werkgever.

– De laatste jaren is bij Werkgever, waar met chemicaliën/brandbare stoffen wordt gewerkt, het rookbeleid aangescherpt. Met ingang van november 2008 geldt het volgende beleid: op het bedrijfsterrein van Werkgever, ongeveer 16 ha groot, geldt een rookverbod achter de zogenaamde gele lijn. Er is één rookplek vóór de gele lijn voor de gehele locatie (oude fietsenstalling). Roken is aldaar eenmalig toegestaan, voor medewerkers in de dagdienst tussen 12.00 en 13.00 uur, voor medewerkers in de ochtenddienst tussen 10.30 en 11.30 uur, voor medewerkers in de middagdienst tussen 18.30 en 19.30 uur en voor medewerkers in de nachtdienst tussen 02.30 en 03.30 uur. Medewerkers in de dagdienst die langer pauzeren dan een half uur dienen uit te klokken.

– Werknemer heeft tijdens de nachtdienst van 21 juni 2010 om 06.30 uur achter de gele lijn gerookt, op ongeveer 20 meter van het afvalplein. Werknemer is hierop telefonisch op staande voet ontslagen, bevestigd bij brief d.d. 21 juni 2010. Werknemer heeft diezelfde dag nog bezwaar aangetekend tegen het ontslag op staande voet.

2. Werknemer vordert, kort weergegeven, doorbetaling van loon en wedertewerkstelling op straffe van een dwangsom. Werknemer stelt daartoe onder meer dat van een dringende reden welke een ontslag op staande voet kan rechtvaardigen, gelet op alle omstandigheden van het geval, geen sprake is. Werknemer, verslaafd roker, erkent achter de gele lijn gerookt te hebben maar stelt zich op het standpunt dat een andere sanctie opgelegd had moeten worden; het ontslag op staande voet is disproportioneel en niet in overeenstemming met de CAO. Het incident levert een lichte overtreding op als vermeld in de bij Werkgever geldende sanctieregeling en daarop kan geen ontslag op staande voet volgen. Het roken leverde op de betreffende plek geen direct gevaar op en het betreft de eerste overtreding. Vóór het per 1 juli 2008 geldende rookbeleid (gewijzigd per november 2008) mocht men roken in een rookcabine die op enkele meters van een bedrijfsgebouw stond. Ook meegenomen dient te worden zijn 9-jarig dienstverband, zijn goede functioneren en de (financiële) gevolgen die het ontslag op staande voet voor hem heeft. Werknemer heeft spijt van zijn actie en is bereid om publiekelijk excuses te maken.

3. Werkgever heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Zij verweert zich, kort weergegeven, als volgt. Werkgever stelt dat de overtreding van Werknemer valt onder de zware overtredingen in de sanctieregeling met als sanctie mogelijk ontslag op staande voet. Werknemer werd betrapt bij het roken, achter de gele lijn, in de buurt van het afvalplein en daar worden chemicaliën opgeslagen. Het is niet ter bepaling van een werknemer of een bepaalde aangewezen verboden plek een gevaarlijke situatie kan opleveren of niet. Binnen Werkgever is hierover met meerdere verantwoordelijke mensen goed nagedacht. Werkgever heeft aandacht gevraagd voor het rookbeleid en gewezen op mogelijkheden om via een traject te stoppen met roken. Bij e-mail d.d. 21 januari 2009 heeft zij gewaarschuwd dat bij roken achter de gele lijn ontslag op staande voet zal volgen. Tot dan toe gaf Werkgever waarschuwingen maar dat had niet het gewenste effect.

4.  Beoordeling door de kantonrechter

a.  Het vereiste spoedeisende belang is in deze zaak, gelet op de aard van de vordering en het daaromtrent door Werknemer gestelde, aanwezig. De kantonrechter dient te beoordelen of de vordering van Werknemer een zodanige kans van slagen heeft in een eventuele bodemprocedure dat de toewijzing van daarvan als voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Naar het oordeel van de kantonrechter is dat niet het geval.

b.  Naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter is het niet ter beoordeling van een werknemer bij Werkgever zelf of de plek waar hij rookt direct of indirect gevaar oplevert.
Het betreft hier een chemisch productiebedrijf dat grondstoffen produceert hoofdzakelijk bestemd voor de verfindustrie. Er wordt met brandbare stoffen gewerkt en in verband daarmee wordt er geproduceerd in overeenstemming met milieuvergunningen van Provincie en Brandweer. Op de naleving daarvan wordt jaarlijks gecontroleerd. De gevolgen van een mogelijke brand of ontploffing zijn niet te overzien voor de omgeving van het bedrijf en de naast gelegen stad Delden. Uit het oogpunt van veiligheid en betrouwbaarheid heeft Werkgever dan ook letterlijk een streep getrokken, de gele lijn, waarachter sedert 1 juli 2008 niet meer gerookt mag worden.

a.  Het beschermend karakter van dat veiligheidsvoorschrift brengt dan ook met zich mee dat ook bij een eerste overtreding daarvan de desbetreffende sanctieregeling in werking treedt: zou eerst gewaarschuwd moeten worden, dan doet dat afbreuk aan de bescherming die het veiligheidsvoorschrift biedt.

b.  Ingevolge art. 5 CAO van Werkgever is de werknemer mede verantwoordelijk voor de orde en veiligheid in het bedrijf en is hij verplicht tot naleving van de desbetreffende aanwijzingen en voorschriften. Bij overtreding daarvan is de werkgever bevoegd tot het nemen van disciplinaire maatregelen, zoals overeengekomen en uitgewerkt in de met de Ondernemingsraad overeengekomen “schorsings-en boeteregeling”, uitgewerkt in de “sanctieregeling”. Die sanctieregeling maakt onderscheid tussen lichte, ernstige en zware overtredingen. De werkgever heeft overtreding van het algehele rookverbod aangemerkt als zware overtreding, waarop de sanctieregeling van toepassing is, waaronder ontslag op staande voet. Dit is nadrukkelijk gecommuniceerd aan het gehele personeel per e-mail van 21 januari 2009 met de mededeling: “vanaf heden zal een ieder die achter de gele lijn of tussen de laboratoria betrapt wordt op roken op staande voet worden ontslagen. Veiligheid heeft de hoogste prioriteit hetgeen betekent dat we ons dergelijke risico’s niet kunnen veroorloven”.

c.  Naar het oordeel van de kantonrechter kan Werknemer zich na de herhaalde locatie- nieuwsbrieven over het rookbeleid en voormelde e-mail van 21 januari 2009 niet meer verschuilen achter zijn persoonlijke belangen en omstandigheden, hoe schrijnend ook en de proportionaliteit van het ontslag op staande voet aanvechten. Ook al was Werknemer op moment van het ontslag op staande voet 9 jaar in dienst van Werkgever en heeft het ontslag op staande voet vergaande (financiële) consequenties voor hem en zijn gezin. Werknemer was ten tijde van het ontslag bijna 40 jaar oud en mag mede gelet op het lange dienstverband geacht worden de ernst van de risico’s ter bescherming waartegen het rookverbod is gegeven ten volle te onderkennen en zich daarnaar te kunnen gedragen. De overtreding van het rookverbod was, gezien het gevaar van brand of ontploffing met alle risico’s voor personen, het milieu en de reputatie van Werkgever op het vlak van veiligheid en betrouwbaarheid, een zware overtreding, waarop zonder waarschuwing vooraf, gezien de zwaarwichtige belangen, terecht een ontslag op staande voet kon volgen.

d.  De vorderingen tot betaling van loon, vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, buitengerechtelijke kosten en weder te werkstelling zullen derhalve afgewezen worden.
De kantonrechter acht termen aanwezig de proceskosten te compenseren.

Rechtdoende in kortgeding

1. Wijst de vorderingen af.

2. Compenseert de proceskosten des dat iedere partij de hare draagt.
(bron:www.rechtspraak.nl)

Hebt u omtrent ontslag op staande voet vragen  dan wel behoefte aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos telefonisch contact opnemen met onze arbeidsrecht advocaat. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze advocaten aan de telefoon. Onze advocaten in Utrecht zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.