Ontslag directeur B.V. – algemene informatie | Ontslag advocaten

Ontslag directeur BV, ontslag statutair directeur, ontslag bestuurder vennootschap

Hebt u over ontslag van een statutair directeur vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht en ontslagrecht advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist in arbeidsrecht en (collectief) ontslagrecht. Bel ons nu op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Omtrent de positie van een bestuurder van een B.V. (de statutair directeur) het volgende.

Statutair / titulair

Een statutair directeur moet worden onderscheiden van een titulair directeur.

Een statutair directeur is bij oprichting van de vennootschap danwel naderhand door een besluit van de Algemene vergadering van Aandeelhouders, benoemd tot bestuurder van de vennootschap.

Een titulair directeur voert weliswaar de titel directeur, maar is niet benoemd tot bestuurder van de vennootschap. Op de positie van de titulair directeur wordt in het navolgende niet dieper ingegaan.

Verhouding met vennootschap

Ten opzichte van de vennootschap (de B.V. / N.V.) staat de statutair directeur over het algemeen in een dubbele verhouding. Enerzijds een vennootschapsrechtelijke verhouding door het benoemingsbesluit en anderzijds een contractuele verhouding welke bijvoorbeeld voortvloeit uit een overeenkomst van opdracht  of een arbeidsovereenkomst.

Zo een contractuele verhouding behoeft echter niet noodzakelijk aanwezig te zijn. Bij wijze van uitzondering komt ook voor dat een statutair directeur geen arbeidsovereenkomst of opdracht overeenkomst heeft met de vennootschap.

Ontslag van een statutair directeur (bestuurder vennootschap) – ontslagbesluit

ontslag uit vennootschapsrechtelijke verhouding

De vennootschapsrechtelijke verhouding met de statutair directeur wordt in de meest voorkomende gevallen beëindigd door een ontslagbesluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (de “AvA”). Dit betreft het zogeheten ‘vennootschapsrechtelijk ontslag’ van de statutair directeur als bestuurder van de B.V. (of N.V.)

Een opzegtermijn behoeft bij daarbij niet in acht te worden genomen. De statutair bestuurder kan per direct als bestuurder worden ontslagen. Wel moet hij tijdig worden opgeroepen voor de AvA waarop zijn ontslag staat geagendeerd en bovendien in de gelegenheid worden gesteld tegen het ontslag verweer te voeren en omtrent dat ontslag zijn adviserende stem uit te brengen en.

Andere wijzen waarop de vennootschapsrechtelijke verhouding kan worden beëindigd – zoals bijvoorbeeld een ontslagname door de statutair directeur zelf, een ontslag met wederzijds goedvinden of het overlijden van de statutair directeur – wordt hier buiten beschouwing gelaten.

ontslag uit contractuele verhouding

Voor de beëindiging van de contractuele verhouding (het arbeidsrechtelijk ontslag danwel de beëindiging van de overeenkomst van opdracht) is geen ontslagbesluit van de AvA nodig. Dit ontslag kan worden gegeven door eenieder die bevoegd is de vennootschap in dat kader te vertegenwoordigen.

Inmiddels is in de jurisprudentie uitgemaakt dat een rechtsgeldig ontslagbesluit van de AvA in beginsel – tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven – niet alleen de vennootschapsrechtelijke verhouding beëindigd maar tevens de beëindiging van de arbeidsrechtelijke verhouding (de arbeidsovereenkomst) met de statutair directeur tot gevolg heeft, omdat zulks volgt uit de wetsgeschiedenis van (de voorloper van) de artikelen 2:134 en 2:244 BW, die ertoe strekken te bewerkstelligen dat door een ontslagbesluit ook een einde wordt gemaakt aan de arbeidsrechtelijke verhouding (zie HR 15 april 2005, LJN AS2713 en HR 15 april 2005, LJN AS2030).

De artikelen 2:134 en 2:244 BW zijn niet van toepassing ingeval er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst (maar bijvoorbeeld sprake is van een managementovereenkomst (een overeenkomst van opdracht, maar onder omstandigheden kan een managementovereenkomst ook als arbeidsovereenkomst kwalificeren). Om die reden eindigt een andere overeenkomst dan een arbeidsovereenkomst dan ook niet door een ontslagbesluit. Een ontslagbesluit van de AvA heeft aldus niet tot gevolg dat daardoor tevens een management- of opdracht overeenkomst eindigt.

De wet geeft vanaf 1 juli 2015 een limitatieve opsomming van ontslaggronden, de zogenaamde ‘redelijke gronden’. Uitsluitend indien sprake is van een van de in de wet genoemde redelijke gronden kan de arbeidsovereenkomst worden opgezegd of door de kantonrechter worden ontbonden. Er is geen uitzondering opgenomen voor de statutair bestuurder.

Anders dan bij de beëindiging van de vennootschapsrechtelijke verhouding moet bij de beëindiging van de contractuele verhouding met de statutair directeur wel de wettelijke of contractuele opzegtermijn in acht worden genomen (behalve in geval van een ontslag op staande voet).

Indien de statutair directeur een arbeidsovereenkomst heeft, is het ‘gewone’ arbeidsrecht daarop integraal van toepassing, met de uitzonderingen die in het navolgende – bij het verweer van de statutair directeur – worden besproken.

Andere wijzen van ontslag

De contractuele en de vennootschapsrechtelijke verhoudingen kunnen echter ook op andere wijzen worden beëindigd. Bijvoorbeeld door een ontslagname door de statutair directeur zelf, een ontslag met wederzijds goedvinden of het overlijden van de statutair directeur. Wanneer de statutair directeur zelf de vennootschapsrechtelijke verhouding beëindigd (zijn functie als bestuurder neerlegt), betekent dat in beginsel ook beëindiging van zijn contractuele verhouding.

Verweer tegen ontslag

het ontslag uit de vennootschapsrechtelijke verhouding

Voor wat betreft het ontslag uit de vennootschapsrechtelijke verhouding kan de statutair directeur een beroep doen op de vernietigbaarheid van het ontslagbesluit indien het ontslagbesluit is genomen (a) in strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen; en/of (b) in strijd met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW worden geëist; en/of (c) in strijd met een reglement.

De vernietiging geschiedt door een uitspraak van de rechtbank van de woonplaats van de vennootschap (de BV of de NV).

het ontslag uit de contractuele verhouding

Hiervoor geldt dat de statutair directeur zijn verweer kan baseren op hetgeen wettelijk is bepaald omrent de opzegging van een arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht  en hetgeen partijen daaromtrent onderling zijn overeengekomen.

Voor het geval de statutair directeur een arbeidsovereenkomst heeft, gelden echter wel de volgende uitzonderingen op het ‘gewone’ arbeidsrecht:
– de ontslagen statutair directeur kan geen herstel van de arbeidsverhouding vorderen;
– het opzegverbod bij ziekte geldt niet als de ziekmelding plaatsvindt ná de oproeping om aanwezig te zijn bij AvA waarop het ontslagbesluit wordt genomen;
– alle arbeidsrechtelijke geschillen – ook de behandeling van een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de statutair directeur moeten aanhangig worden  gemaakt bij de rechtbank.
– er kan onbeperkt worden afgeweken van de maximale duur waarbinnen tijdelijke contracten kunnen worden gesloten. Het maximumvan drie tijdelijke contracten blijft wel gehandhaafd. Het is aldus mogelijk om met een statutair bestuurder drie contracten voor vijf jaar te sluiten, zonder dat een contract voor onbepaalde tijd ontstaat.

Ontslagvergoeding

in 2015 zijn nieuwe arbeidsrechtelijke ontslagregels ingevoerd. Het grootste gedeelte van die regels is ook van toepassing op statutair bestuurders, zoals de aanzegplicht (die een werkgever verplicht een maand voor afloop van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan de werknemer te laten weten of en – zo ja – onder welke voorwaarden het contract wordt verlengd), maar ook de transitievergoeding bij einde dienstverband.

Een werknemer die twee jaar in dienst is heeft recht op de zogenaamde transitievergoeding en dit geldt ook voor de statutair bestuurder die werknemer is. Een uitzondering geldt voor bestuurders van een beursgenoteerde onderneming omdat deze vanaf 1 januari 2013 niet meer werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst en aldus geen wettelijk recht hebben op de transitievergoeding.

Ook heeft een bestuurder onder omstandigheden aanspraak op een separate ‘billijke vergoeding indien de opzegging in strijd is met artikel 7:669 BW of het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De ‘billijke vergoeding’ komt bovenop de transitievergoeding en wordt gekoppeld aan de mate van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever maar is alleen voor uitzonderingsgevallen bedoeld.

Indien een zogeheten ‘golden parachute’, een vooraf overeengekomen ontslagvergoeding, is overeengekomen, is genoemde transitievergoeding in beginsel verschuldigd naast deze overeengekomen ontslagvergoeding.

Voor het ontslag van een statutair bestuurder geldt geen preventieve ontslagtoets.

Zie ook ontslag statutair bestuurder na 1 juli 2015