Ontbinding arbeidsovereenkomst – geen consequent verweer | Arbeidsrecht advocaat

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens gewichtige reden in verband met omstandigheden die een dringende reden zouden hebben opgeleverd. Werknemer (kok woonzorgcentrum) heeft een krat bier van werkgeefster weggenomen door dit zonder toestemming van zijn leidinggevende in zijn auto te plaatsen. Ondanks dat Werknemer wist dat toestemming nodig was voor het meenemen van zaken van werkgever heeft hij die toestemming niet gevraagd voordat hij het krat bier in zijn auto plaatste. Werknemer heeft in zijn verweerschrift opgemerkt dat hij bij de tweede ontmoeting met werkgever heeft gevraagd of het goed was dat hij een krat bier meenam, maar op de zitting heeft hij verklaard dat hij geen kans heeft gehad om werkgever om toestemming te vragen. Gezien dit niet consequente verweer gaat de kantonrechter er vanuit dat G. geen toestemming heeft gevraagd (en gekregen), hoewel hij wist dat die toestemming vereist was. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt toegewezen.

Mocht u omtrent een ontbinding arbeidsovereenkomst vragen hebben dan wel behoefte hebben aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze ontslag en arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu tegen op 030 252 35 20 of tot 22.00 uur op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton

Locatie Groningen

Zaak\rolnummer: 406506 EJ VERZ 09-334

Beschikking van 3 juli 2009

inzake

de stichting Stichting ABC,
gevestigd en kantoorhoudende te Onderdendam,
verzoekster, hierna ABC te noemen,
gemachtigde mr. X,

tegen

G.,
wonende te [adres],
verweerder, hierna G. te noemen,
gemachtigde mr. Y.

PROCESGANG

Bij verzoekschrift van 14 mei 2009 is verzocht de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden in verband met verandering in de omstandigheden welke van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst dadelijk dan wel na korte tijd behoort te eindigen.

De mondelinge behandeling is gehouden op 18 juni 2009. Partijen, ABC vertegenwoordigd, en hun gemachtigden zijn ter zitting verschenen, waar zij hun wederzijdse standpunten (nader) uiteen hebben gezet. Van het verhandelde is door de griffier aantekening gehouden.

De uitspraak bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De feiten

1. G., geboren 7 oktober 1960, is sinds 1 augustus 1984 bij ABC als kok in loondienst. Hij verricht zijn werkzaamheden in woonzorgcentrum Alegunda Ilberi in Bedum.

2. Op 12 maart 2009 heeft G. zijn auto van het parkeerterrein naar de leveranciersingang verplaatst en vlak voor het einde van zijn werktijd een krat bier in die auto gezet. Hij heeft zijn leidinggevende Q. nog gezien, maar heeft niet over het kratje bier gerept. Vervolgens heeft hij zich omgekleed. Daarna is hij Q. opnieuw tegengekomen die hem heeft aangesproken met de vraag wat hij aan het doen was.

3. Op 20 maart 2009 heeft ABC G. op non actief gesteld.

Het geschil

1. Volgens ABC kan niet van haar verlangd worden dat zij de arbeidsrelatie met G. in stand houdt. Zij heeft daartoe aangevoerd dat G. de bedoeling heeft gehad om het krat bier te ontvreemden. G. heeft zijn auto verreden om daar ongezien het krat bier in te kunnen zetten. Hij heeft zijn leidinggevende Q. nog gezien tussen het verrijden van de auto en het wegnemen van het krat bier uit het magazijn of de keuken, maar hij heeft toen niet om toestemming om het krat bier te lenen gevraagd. Bij de tweede ontmoeting met Q., toen het krat bier al in de auto stond, heeft G. evenmin het krat bier ter sprake gebracht, hoewel de eerste vraag van Q. hem daartoe uitnodigde. Pas na de vraag wat hij in de auto had gezet noemde G. het krat bier. Volgens Q. heeft G. het krat bier haastig in de auto gezet en maakte hij een zenuwachtige indruk toen Q. hem aansprak.
Het lenen van goederen is uitzondering en gebeurt altijd met voorafgaande toestemming van de direct leidinggevende. ABC is van mening dat zij het vertrouwen in G. is verloren en dat de arbeidsovereenkomst daarom moet worden ontbonden. De gewichtige reden dient primair als een dringende reden te worden gekwalificeerd, subsidiair beschouwt ABC dat wat er is gepasseerd als een zodanige verandering van de omstandigheden dat niet van haar kan worden gevergd het dienstverband voort te zetten.

2. G. heeft verweer gevoerd. Hij erkent dat hij een kratje bier in zijn auto heeft gezet, maar hij wilde dit niet stelen. Het gebeurt wel meer dat werknemers zaken van de werkgever kunnen lenen zoals etenswaren, behangtafels en stoomapparaten.
Hij heeft zijn auto bij de achterdeur gezet omdat hij daar iets uit moest halen. Hij heeft Q. gezien, maar heeft vergeten hem aan te spreken over het krat bier. Daarna heeft hij het krat in de auto gezet. Toen hij zich vervolgens had omgekleed en Q. weer tegenkwam, heeft deze hem gevraagd wat hij aan het doen was. Hij heeft toen verteld dat hij een kratje bier had gepakt en heeft Q. gevraagd of dat goed was. Q. antwoordde dat het goed was. Thuis bleek er al bier gehaald te zijn. G. heeft het kratje vervolgens teruggebracht.
Er is dan ook geen reden om hem te ontslaan. Er is ook geen dringende reden, hij wordt nog steeds doorbetaald. Hij verzoekt het verzoek tot ontbinding af te wijzen.

De beoordeling

1. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houd met het bestaan van een opzegverbod.

2. G. heeft toegegeven dat hij zijn auto van het parkeerterrein naar de leveranciersingang heeft verplaatst en daar vervolgens een krat bier in heeft geplaatst. De kantonrechter is van mening dat de lezing van G. dat hij een krat bier wilde lenen en dat hij daarvoor toestemming heeft gekregen van zijn leidinggevende niet geloofwaardig is.

3. G. wist in de eerste plaats dat er toestemming nodig was voor het lenen of gebruik van zaken van ABC. G. heeft in zijn verweerschrift aangevoerd dat er wel vaker zaken geleend werden. Ter zitting heeft hij verklaard dat dit alleen een behangtafel of een stoomapparaat betrof en dat hij daar toestemming voor heeft gevraagd en verkregen. Ook voor het meenemen van etenswaren moest toestemming vooraf worden verkregen. Voor de zitting heeft ABC een kopie van een brief van een gespreksverslag van 6 juni 2007 overgelegd waaruit volgt dat er artikelen kunnen worden besteld voor de fietscross club (waar G. voorzitter van was) met medeweten van het hoofd algemene dienst en dat er bij deze afgerekend zou moeten worden. G. heeft ter zitting verklaard dat dit één keer is gebeurd, namelijk toen er broodjes voor de fietscross club waren besteld.

Ondanks dat G. wist dat toestemming nodig was voor het meenemen van zaken van ABC heeft hij die toestemming niet gevraagd voordat hij het krat bier in zijn auto plaatste.
Hij heeft toegegeven dat hij Q. heeft gezien toen hij de auto al bij de leveranciersingang had gezet. Op dat moment heeft hij niet om toestemming gevraagd. Toen hij zich had omgekleed en Q. opnieuw tegenkwam heeft hij evenmin om toestemming gevraagd.
G. heeft in zijn verweerschrift opgemerkt dat hij bij de tweede ontmoeting met Q. heeft gevraagd of het goed was dat hij een krat bier meenam, maar op de zitting heeft hij verklaard dat hij geen kans heeft gehad om Q. om toestemming te vragen, omdat deze eerst vroeg wat hij met zijn auto bij de leveranciersingang deed en onmiddellijk daarna vroeg wat hij in de auto had gezet. Gezien dit niet consequente verweer gaat de kantonrechter er vanuit dat G. geen toestemming heeft gevraagd (en gekregen), hoewel hij wist dat die toestemming vereist was.

5. G. heeft voldoende gelegenheid gehad om toestemming te vragen om een krat bier mee te nemen. Nadat hij de auto bij de leveranciersingang had neergezet heeft hij Q. gezien. Hij heeft toen niets gezegd over het krat bier maar is zich gaan omkleden. Toen hij daarna Q. opnieuw tegen het lijf liep, heeft hij niet op eigen initiatief het krat bier ter sprake gebracht.
Denkbaar is dat G. niet eens om toestemming heeft willen vragen omdat hij niet heeft tegengesproken dat hij op weg naar huis praktisch langs een winkel komt waar bier te koop is en die nog open was, zodat er ook geen enkele noodzaak was om bier bij ABC weg te nemen.

6. ABC heeft zich naar het oordeel van de kantonrechter dan ook terecht op het standpunt gesteld dat sprake is geweest van een bewust wegnemen van goederen van ABC, anders gezegd van diefstal. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is geweest van een dringende reden voor ontslag op staande voet dient rekening te worden gehouden met alle omstandigheden, waaronder de persoonlijke omstandigheden van G. Hij is thans 48 jaar oud, hij is bijna 25 jaar bij ABC in dienst is en heeft een goede staat van dienst.
Deze omstandigheden wegen echter niet op tegen het belang van ABC dat haar personeel onvoorwaardelijk moet kunnen vertrouwen, zeker iemand als G. die in zijn functie vrije toegang heeft allerlei zaken die eigendom zijn van ABC.

7. Of G. ook betrokken is geweest bij andere verdwijningen uit het magazijn kan verder in het midden worden gelaten. ABC heeft aangevoerd dat er verdenking was ontstaan omdat er vaker goederen uit het magazijn waren verdwenen, hetgeen voor Q. de reden is geweest om scherper op te letten.

8. Dit alles levert dan ook een gewichtige reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst op nu er omstandigheden zijn die een dringende reden voor ontslag op staande voet zouden hebben opgeleverd wanneer de arbeidsovereenkomst om die reden onverwijld zou zijn opgezegd.

9. Omdat de gewichtige redenen worden gevormd door omstandigheden die een dringende reden zouden hebben opgeleverd is er geen ruimte om de ontbinding vergezeld te laten gaan van een vergoeding.

10. Het verzoek tot ontbinding kan dan ook worden toegewezen.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

BESLISSING

De kantonrechter:

1. ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen op grond van gewichtige redenen bestaande in een dringende reden per 15 juli 2009.

2. compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
(bron: www.rechtspraak.nl)

Mocht u omtrent een ontbinding arbeidsovereenkomst vragen hebben dan wel behoefte hebben aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze ontslag en arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu tegen op 030 252 35 20 of tot 22.00 uur op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.