Uitleg non-concurrentiebeding

Uitleg non-concurrentiebeding dat was overeengekomen bij overname van de onderneming. In de zaak die hier aan de orde is overweegt de kantonrechter, dat volgens vaste jurisprudentie (vaste rechtspraak) voor de uitleg van een in een overeenkomst opgenomen beding niet alleen de bewoordingen van het beding van belang zijn, maar komt het ook aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (Haviltex-criterium).

Hebt u met betrekking tot een non-concurrentiebeding vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Bel ons nu op 030 252 35 20 – of tot 22.00 uur tegen lokaal tarief – op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 190599 / KG ZA 09-651

Vonnis in kort geding van 26 november 2009

in de zaak van

1.  de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] HOLDING B.V.,
kantoorhoudende te [woonplaats],
2.  [eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseressen,
advocaat mr. X,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ABC B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
gedaagde,
vrijwillig verschenen,
advocaat mr. Y.

Eiseres sub 1 zal hierna worden aangeduid als [eiseres] Holding, eiseres sub 2 als [eiseres] en gedaagde als [gedaagde].

1.  De procedure
1.1.  Het verloop van de procedure blijkt uit:
–  de dagvaarding
–  de mondelinge behandeling
–  de pleitnota van [eiseres]
–  de pleitnota van [gedaagde].

1.2.  Ten slotte is vonnis bepaald.

2.  De feiten
2.1.  [eiseres] is enig aandeelhouder/directeur van [eiseres] Holding. [eiseres] Holding hield alle aandelen in [betrokken bureau] Bureau voor Training en Coaching B.V. (hierna: Bureau [betrokken bureau]).

2.2.  Bij schriftelijke koopovereenkomst van 25 april 2007 (hierna: de overeenkomst) heeft [eiseres] Holding per 1 juli 2007 alle aandelen in Bureau [voorna[betrokken[eiseres] verkocht aan mevrouw[gedaagde] dan wel een door haar aan te wijzen rechtspersoon waarvan zij de aandelen houdt. De koopsom van de aandelen bedroeg € 635.000,-.

2.3.  Artikel 8 van de overeenkomst bepaalt:
“Non-concurrentie

8.1  De Verkoper staat ervoor in en garandeert onvoorwaardelijk dat Mevrouw
[voornamen] [eiseres], geboren te [woonplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres], aan wier persoon in hoge mate verbonden is de goodwill, de know-how alsook het relatiebestand van de Vennootschap, uitsluitend zal handelen ten gunste van de Vennootschap en bijgevolg elke directe of indirecte actie of non-actie die de vennootschap op enigerlei wijze kan schaden, achterwege zal laten.

8.2  Naast de Verkoper staat blijkens haar medeondertekening van deze overeenkomst Mevrouw [betrokken bureau] vernoemd persoonlijk in voor de naleving van het navolgende non-concurrentiebeding, zulks op straffe van verbeurte aan Koper van een onmiddellijk opeisbare en niet voor matiging vatbare boete van Euro 25.000 voor elke overtreding en of schending van dit beding, te vermeerderen met Euro 1000 voor elke dag dat deze schending en of overtreding voortduurt, te rekenen vanaf de dag waarop de sommatie van staking van deze schending en/of overtreding haar heeft bereikt.
Dit boetebeding werkt hoofdelijk jegens Verkoper en Mevrouw [betrokken bureau], met dien verstande dat de een betale, de ander dienaangaande is bevrijd.

8.3  [betrokken bureau] zal zich, direct of indirect, onthouden van elke vorm van concurrentie van de Vennnootschap in Nederland en Duitsland. Het is [betrokken bureau] verboden, direct of indirect, bestaande of potentiële relaties van de Vennootschap actief of passief te benaderen met als oogmerk deze in Nederland en Duitsland gevestigde relaties te werven voor training en coaching in de meest ruime zin van hun betekenis. Voor [betrokken bureau] geldt, direct en indirect, een vestigingsverbod in Nederland en Duitsland, terzake een bureau of onderneming met als doel gelijkaardige diensten te verlenen aan die van de Vennootschap.

8.4  De Verkoper en [betrokken bureau] verklaren dat de Vennootschap exclusief rechthebbende is op alle trainings- en coachingsstrategieën en formats die de Vennnootschap reeds heeft toegepast of als concept thans reeds tot haar beschikking heeft, en dat gelijkaardige strategieën en formats met ondergeschikte verschillen, daaronder tevens zijn te begrijpen. Het is de Vennootschap en [betrokken bureau], direct of indirect, verboden deze strategieën en formats op enigerlei wijze te gebruiken of te verveelvuldigen, zulks behoudens uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe van de Vennootschap.”

2.4.  Door partijen zijn vervolgens samenwerkingsafspraken gemaakt die zijn neergelegd in bijlage 2 bij de overeenkomst.

2.5.  Ter nadere uitwerking van die samenwerkingsafspraken hebben Bureau [betrokken bureau], vertegenwoordigd door mevrouw [gedaagde], en [eiseres] op 14 juni 2007 een overeenkomst van opdracht gesloten voor de duur van twee jaar (van 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2009).

2.6.  De levering van de aandelen in Bureau [betrokken bureau] door [eiseres] Holding aan [gedaagde] Holding (als de uiteindelijk door [gedaagde] aangewezen koper) heeft plaats gevonden op 2 juli 2007 ten overstaan van notaris Simonis te Nijmegen.

2.7.  [eiseres] heeft per 1 juli 2009, na afloop van termijn in de overeenkomst van opdracht, de samenwerking met Bureau [betrokken bureau] beëindigd.

3.  Het geschil

3.1.  [eiseres] Holding en [eiseres] vorderen primair samengevat – [gedaagde] te veroordelen om te gehengen en gedogen dat [eiseres] werkzaamheden als adviseur ter zake het geven van adviezen aan derden over individuele, maatschappelijke en organisatorische vraagstukken gaat uitvoeren zonder dat de boetes op grond van artikel 8 van de overeenkomst worden verbeurd, totdat in een bodemprocedure is geoordeeld of het geven van deze adviezen strijdig is met voornoemd artikel.
Subsidiair vorderen [eiseres] Holding en [eiseres] de verplichtingen die voor hen voortvloeien uit artikel 8 van de overeenkomst te schorsen met veroordeling van [gedaagde] om te gehengen en gedogen dat [eiseres] werkzaamheden als adviseur ter zake het geven van adviezen aan derden over individuele, maatschappelijke en organisatorische vraagstukken gaat uitvoeren, totdat in een bodemprocedure een definitief oordeel is uitgesproken over de inhoud en reikwijdte van het in artikel 8 van de overeenkomst neergelegde non-concurrentiebeding.
Meer subsidiair vorderen [eiseres] Holding en [eiseres] die voorziening te treffen die de voorzieningenrechter geraden acht, aldus dat het voor [eiseres] mogelijk is werkzaamheden als adviseur uit te voeren ter zake het geven van adviezen aan derden over individuele, maatschappelijke en organisatorische vraagstukken. Een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

3.2.  [eiseres] Holding en [eiseres] hebben ter onderbouwing van hun vordering het navolgende aangevoerd. [eiseres] is voornemens in haar nieuw opgerichte bedrijf “Blik van Buiten” activiteiten uit te voeren bestaande uit het geven van adviezen over individuele, maatschappelijke en organisatorische vraagstukken. Zij zal via “Blik van Buiten” geen activiteiten ondernemen die ten tijde van de overname behoorden dan wel tot op heden behoren tot de activiteiten van Bureau [betrokken bureau] te weten: training en coaching op het gebied van (in hoofdzaak) academische leiderschap. Volgens [eiseres] heeft Bureau [betrokken bureau] nimmer een adviespoot gehad. [eiseres] zal zich daarentegen uitsluitend gaan richten op het geven van adviezen en daarbij een andere methodiek hanteren dan Bureau [betrokken bureau]. Daarnaast wijst [eiseres] er ter onderscheiding van de advieswerkzaamheden op dat daarover wél en over trainings- en coachingsactiviteiten geen BTW wordt geheven. Zij is van mening dat zij niet zal handelen in strijd met het in de overeenkomst weergegeven non-concurrentiebeding. Volgens [eiseres] heeft [gedaagde], nadat zij haar plannen omtrent haar nieuwe onderneming bekend had gemaakt, gedreigd met het incasseren van de contractuele boetes omdat zij van mening is dat [eiseres] met de voorgenomen advieswerkzaamheden het non-concurrentieverbod wel zou schenden.

3.3.  [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.  De beoordeling
4.1.  [gedaagde] heeft allereerst bezwaar gemaakt tegen de late indiening van de producties (genummerd 8 tot en met 25). [gedaagde] heeft met een beroep op artikel 6.2. van het Procesreglement kort gedingen rechtbanken sector civiel/familie verzocht om die producties buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde. Genoemde producties hebben de advocaat van [gedaagde] naar zijn zeggen te laat bereikt waardoor hij niet in de gelegenheid is geweest deze met zijn cliënte te bespreken. Aannemelijk is dat de producties niet binnen 24 uur (een werkdag) vóór de zitting door de advocaat van [gedaagde] zijn ontvangen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze producties buiten beschouwing dienen te blijven. Bij dat oordeel weegt mee dat het om een groot aantal producties gaat die mr. X niet meer met [gedaagde] heeft kunnen bespreken.

4.2.  Het spoedeisend belang volgt uit de stellingen en standpunten van [eiseres] en [eiseres] Holding.

4.3.  De essentie van dit geschil is of de door [eiseres] voorgenomen advieswerkzaamheden, verricht vanuit haar nieuwe onderneming “Blik van Buiten”, vallen onder de reikwijdte van het non-concurrentiebeding. Volgens vaste jurisprudentie zijn voor de uitleg van een in een overeenkomst opgenomen beding niet alleen de bewoordingen van het beding van belang, maar komt het ook aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (Haviltex-criterium). De voorzieningenrechter overweegt daartoe het navolgende.

4.4.  Op grond van het non-concurrentiebeding, geciteerd in 2.3, dient [eiseres] elke actie die Bureau [betrokken bureau] op enigerlei wijze kan schaden achterwege te laten en zich te onthouden van elke vorm van concurrentie in Nederland en Duitsland. Ook is het haar verboden bestaande of potentiële relaties van Bureau Evan Wiltingh te benaderen met als oogmerk deze te werven voor training en coaching in de meest ruime zin van hun betekenis en zij mag in Nederland en Duitsland geen onderneming vestigen met als doel gelijksoortige diensten te verrichten als die van Bureau [betrokken bureau]. De vraag is of de voorgenomen advieswerkzaamheden van Wiltingh beschouwd moeten worden als een actie die de vennootschap kan schaden dan wel concurrerend zijn voor de vennootschap. [gedaagde] beantwoordt deze vraag bevestigend. Zij stelt dat Bureau [betrokken bureau], in tegenstelling tot hetgeen [eiseres] stelt, wel degelijk over een adviespoot beschikt en de voorgenomen advieswerkzaamheden concurrerend voor haar zijn. [eiseres] heeft dat betwist en in dat kader verwezen naar de website van Bureau [betrokken bureau], waarvan een afschrift zich bij de stukken bevindt. Daarin staat vermeld dat Bureau [betrokken bureau] een “toonaangevend bureau is voor academisch leiderschap, training en coaching” en dat het aanbod onder andere bestaat uit “academische leiderschapsleergangen, trainingen waarbij één leiderschapsvaardigheid centraal staat, workshops waarbij drie leiderschapsvaardigheden centraal staan, intensives, coachingsgesprekken, begeleiding van teams, leiden van beleidsdagen, intervisie, conflictbemiddeling en assessments”.

4.5.  Voorts heeft [gedaagde] betwist dat “Blik van Buiten” uitsluitend een adviesbureau zou zijn en geen activiteiten zal gaan verrichten die moeten worden aangeduid als coaching. [gedaagde] is van mening dat “Blik van Buiten” concurrerend zal zijn omdat zij gelijksoortige diensten aan zal bieden en in dezelfde branche opereert als Bureau [betrokken bureau]. Die branche is naar haar zeggen Advisering, Training en Coaching. Coaching en advisering zijn volgens [gedaagde] elkaar (deels) overlappende begrippen en beide bureaus hanteren dezelfde oplossingsgerichte methodiek. [eiseres] heeft dat weersproken. Zij heeft gesteld dat zij geen enkel product aanbiedt dat Bureau [betrokken bureau] ten tijde van de verkoop aanbood of thans aanbiedt. Zij zal geen activiteiten verrichten op het gebied van training en coaching en geen gelijksoortige diensten aanbieden. Bij het verstrekken van adviezen aan derden over individuele, maatschappelijke of organisatorische vraagstukken begeeft zij zich, naar haar zeggen, in een geheel andere branche dan de Opleidingsbranche van training en coaching.

4.6.  Het non-concurrentiebeding is overeengekomen bij de overname van Bureau [betrokken bureau], een bureau dat zich toelegt op coaching en training van hoger opgeleiden in, vooral, een leidinggevende functie. De precieze grenzen van de werkzaamheden van Bureau [betrokken bureau] laten zich moeilijk vaststellen, zo is ter zitting gebleken. De klanten zullen vooral naar het bureau gekomen zijn en klant gebleven zijn door de uitstraling en de specifieke vaardigheden en strategieën van [eiseres] zelf. Gebleken is dat een klant met een vraag op een terrein dat iets buiten het gebruikelijke werkgebied van Bureau [betrokken bureau] ligt, als klant niet is geweigerd. Gezien de aard van de praktijk van Bureau [betrokken bureau] was de goodwill in hoge mate verankerd in [eiseres] zelf. Na verloop van tijd na de overname zal het klantenbestand zijn geëvolueerd naar een bestand met klanten die zich aangetrokken voelen tot de uitstraling van [gedaagde] en haar vaardigheden en strategieën. In essentie dient [eiseres] dat proces niet te verstoren.

4.7.  [eiseres] heeft de samenwerking met Bureau [betrokken bureau] beëindigd, zodat belangrijk wordt vast te stellen, welke werkzaamheden [eiseres] nog wel mag verrichten. Partijen hebben in de stukken en tijdens de zitting uitvoerig stilgestaan bij de vraag of het [eiseres] is toegestaan haar klanten te adviseren. Advisering is echter een vaag begrip, waaronder bij consequent doordenken zo ongeveer alle werkzaamheden van de dienstverlenende sector kunnen worden gebracht. Als onderscheidend criterium ter bepaling van de werkzaamheden die [eiseres] nog wel en die zij niet meer mag verrichten, heeft het geen waarde. Het woord advisering komt ook niet voor in het non-concurrentiebeding.

4.8.  Het non-concurrentiebeding heeft een zeer ruim geografisch bereik (Nederland en Duitsland). De verboden werkzaamheden worden omschreven als concurrerende werkzaamheden en coaching en training in de ruimste zin. In art. 19 lid 3 Grondwet is het recht van een ieder op vrije keuze van arbeid vastgelegd. Daaraan inherent is het recht van een ieder zich te kunnen ontplooien. Een ondernemer kan de uitoefening van dit recht rechtsgeldig uitruilen tegen een vergoeding, maar die bevoegdheid is niet onbegrensd. Leidraad bij de uitleg van het non-concurrentiebeding is, dat het niet verder gaat dan nodig is. Het moet gaan om daadwerkelijk concurrerende werkzaamheden. De door [gedaagde] voorgestane uitleg dat [eiseres] alleen nog maar vrijetijdswerkzaamheden als schilderen mag verrichten, gaat bepaald te ver. Een van de wel serieus te nemen zorgen van [gedaagde] is dat [eiseres] door haar uitstraling en reputatie nieuwe klanten werft die anders naar [gedaagde] zouden zijn gekomen.

4.9.  Het gaat om twee dienstverlenende bureaus met een ruime omschrijving van het werkgebied, zodat de grenzen lastig zijn vast te stellen. Er zal daarom worden aangesloten bij de werkzaamheden die in het non-concurrentiebeding zijn genoemd, te weten training en coaching. Het is [eiseres] niet toegestaan zich op die markt te begeven. Voorshands wordt geoordeeld dat de door [eiseres] voorgenomen activiteiten op het gebied van advisering over individuele, maatschappelijke en organisatorische vraagstukken niet in strijd zijn met het bepaalde in het beding. Die werkzaamheden bestaan uit advisering van organisaties en niet uit coaching van individuen of training aan individuen of groepen. Gezien de moeilijk vast te stellen overgang tussen wat wel en wat niet concurrerend is, zal [eiseres] er goed aan doen de grenzen van het toelaatbare niet op te zoeken.

4.10.  Dat [eiseres] zich, in strijd met het non-concurrentiebeding, tot cliënten van Bureau [betrokken bureau] zou hebben gewend met het oogmerk om met haar nieuwe onderneming “Blik van Buiten” in zee te gaan, zoals is gesteld door [gedaagde], is tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan vooralsnog niet aannemelijk geworden. Voorts heeft [gedaagde] de stelling van [eiseres] dat zij geen actuele relaties heeft benaderd onweersproken gelaten.

4.11.  Uit het voorgaande volgt dat de primaire vordering van [eiseres] zal worden toegewezen als na te melden en met dien verstande dat daaraan de voorwaarde verbonden zal worden dat [eiseres] binnen 3 maanden na vandaag een bodemprocedure aanhangig dient te maken.

4.12.  Nu de primaire vordering wordt toegewezen, behoeven de subsidiaire vordering en de door partijen ingenomen stellingen en standpunten daaromtrent geen bespreking meer.

4.13.  [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
– vast recht      262,00
– salaris advocaat    816,00
Totaal    EUR   1.078,00

5.  De beslissing
De voorzieningenrechter

5.1.  veroordeelt [gedaagde] te gehengen en gedogen dat [eiseres] werkzaamheden als adviseur ter zake het geven van adviezen aan derden over individuele, maatschappelijke en organisatorische vraagstukken gaat uitvoeren zonder dat [eiseres] Holding en [eiseres] de boetes op grond van artikel 8 van de koopovereenkomst van 25 april 2007 verbeuren totdat in een bodemprocedure is geoordeeld of het geven van deze adviezen strijdig is met het bepaalde in voornoemd artikel, onder de voorwaarde dat [eiseres] Holding en [eiseres] die bodemprocedure binnen 3 maanden na vandaag aanhangig maken,

5.2.  veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op EUR 1.078,00,

5.3.  verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
(bron: www.rechtspraak.nl)

Hebt u met betrekking tot een non-concurrentiebeding vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Bel ons nu op 030 252 35 20 – of tot 22.00 uur tegen lokaal tarief – op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.