Arbeidsconflict – ziek

Arbeidsrecht. Werkgever betaalt tijdens de duur van een arbeidsconflict het loon door van een werknemer die volgens werkgever niet ziek meer is. Dit uit coulance, in de hoop dat partijen er onderling wel uitkomen. Wanneer dat niet lukt en de rechter er aan te pas moet komen, vordert werkgever het volgens haar ten onrechte betaalde loon terug. De kantonrechter wijst de vordering af, omdat het mede gelet op de eisen van goed werkgeverschap niet aangaat om achteraf terug te komen op de beslissing loon door te betalen.

Hebt u over een arbeidsconflict en of ziek-melding vragen of behoefte aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist in arbeidsrecht en ontslagrecht. Bel ons nu op 030 252 35 20 of tot 22.00 uur op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton Locatie Zaandam

zaak/rolnr.: 291158 / CV EXPL 05-6510
datum uitspraak: 30 maart 2006

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER

inzake

[eiser]
te [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen [eiser],
gemachtigde mr.X,

tegen

[gedaagde] B.V.
te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen [gedaagde],
gemachtigde mr. Y.

De procedure

[Eiser] heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen [gedaagde] (vordering in conventie).

Hierop heeft [gedaagde] geantwoord. Daarbij is een voorwaardelijke tegenvordering ingesteld (vordering in reconventie).

Vervolgens zijn partijen ter terechtzitting verschenen voor het geven van inlichtingen en het beproeven van een schikking. Voorafgaande daaraan is [eiser] nog in de gelegenheid gesteld te antwoorden op de tegenvordering. Op één deelonderwerp is ter terechtzitting inderdaad een schikking bereikt, op de overige punten niet. De griffier heeft aantekeningen gemaakt die zo nodig in de vorm van een proces-verbaal worden uitgewerkt.

Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.

De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de mogelijk door partijen overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.

De vorderingen

[eiser] vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoer-baar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen aan [eiser] te betalen 5 9.724,28 bruto wegens achterstallig loon, € 777,94 bruto wegens vakantiebijslag daarover, € 1.733,04 bruto wegens niet genoten vakantiedagen, € 4.171,87 wegens een dertiende maand, dit alles vermeerderd wet wettelijke verhoging, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, alsmede de proceskosten.
[gedaagde] vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [eiser] zal veroordelen aan [gedaagde] te betalen € 834,37 wegens teveel betaald vakantiegeld en € 450,– wegens eerder aan [gedaagde] toegewezen proceskosten, dit voorwaardelijk, voor het geval deze posten in conventie niet in verrekening mogen of kunnen worden gebracht, met proceskosten.

De verweren

De verweren strekken tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de respectieve vorderingen.

De feiten

In deze procedure zijn de volgende feiten voldoende komen vast te staan omdat deze niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist zijn gebleven.

1. Tussen partijen heeft een arbeidsovereenkomst bestaan vanaf 2 april 1991. [eiser] vervulde de functie van tekenaar. Tevens was hij lid van het managementteam. Deze arbeidsovereenkomst is door de kantonrechter Zaandam per 1 juni 2005 wegens gewichtige redenen ontbonden, onder toekenning aan [eiser] van een vergoeding ten laste van [gedaagde] ter hoogte van € 37.500,–.
2. Voorafgaande aan deze ontbinding zijn partijen in een arbeidsconflict verwikkeld geraakt in verband met een volgens [gedaagde] ongeoorloofde amoureuze relatie tussen [eiser] en een collega. [eiser] is daarom op 7 februari 2005 met onmiddellijke ingang geschorst als lid van het managementteam. Vervolgens zijn de raadslieden van partijen met elkaar in correspondentie getreden.
3. Op 14 maart 2005 heeft [eiser] zich arbeidsongeschikt gemeld. De bedrijfsarts heeft op 23 maart vastgesteld dat de arbeidsongeschikt voor het overgrote deel werd veroorzaakt door een conflict in de arbeidsverhoudingen en niet door ziekte of gebrek. Volgens de bedrijfsarts kon [eiser] hersteld worden gemeld maar aan [gedaagde] werd tegelijkertijd in overweging gegeven om [eiser] niet op te roepen voor het werk, vóórdat het probleem was opgelost. Hierop heeft [eiser], die geen second opinion heeft aangevraagd, het werk niet hervat. [gedaagde] betaalde het loon vervolgens zonder enig kenbaar voorbehoud gewoon door.
4. Vervolgens heeft [eiser] de kantonrechter verzocht om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, welk verzoek hij echter, na toewijzing, op of omstreeks 18 april 2005 heeft ingetrokken. Hij werd daarom € 450,– aan proceskosten verschuldigd aan [gedaagde], die tot op heden niet zijn betaald.
5. Op 18 april 2005 meldde [eiser] zich wederom ziek. De bedrijfsarts bleef bij zijn hiervoor onder 3. bedoelde eerder ingenomen standpunt. [eiser] heeft de werkzaamheden ook nu niet hervat. Het loon werd echter ook nu weer zonder kenbaar voorbehoud gewoon doorbetaald.
6. [gedaagde] heeft tenslotte de hiervoor onder 1. bedoelde ontslagvergoeding weliswaar uitbetaald, maar niet geheel. Daarop heeft [gedaagde] immers € 9.724,28 bruto ingehouden wegens 50,5 teveel opgenomen vakantiedagen, dan wel (na aftrek van openstaande vakantiedagen) 50,5 dagen dat wel loon was uitbetaald, maar zonder geldige reden niet was gewerkt (geen arbeid = geen loon). Daarnaast is onmin gerezen tussen partijen over al dan niet opgenomen vakantiedagen, een eindejaarsuitkering en nog wat kwesties van minder belang waarop hierna, voor zover nodig, wordt teruggekomen.

De beoordeling van het geschil

In conventie.
Voorop gesteld moet worden dat het enige verbazing wekt dat (de gemachtigde van) [eiser], die geen genoegen wil nemen met de hiervoor onder 6. bedoelde verrekening, geen gebruik heeft gemaakt van de rechtstitel die de ontbindingsbeschikking hem reeds bood, waarop het dan aan [gedaagde] was geweest om die verrekening in een executiegeschil te bevechten, dan wel daarover een zelfstandig bodemgeschil aanhangig te maken.

Dat gezegd zijnde dient over de geschilpunten als volgt te worden geoordeeld.

Salaris over de periode 14 maart tot 1 juni 2005.
Partijen zijn het erover eens dat [eiser] gedurende de periode van 14 maart tot 1 juni 2005 niet heeft gewerkt. Volgens [eiser] was hij toen wel degelijk arbeidsongeschikt. Hij heeft geen second opinion aangevraagd omdat hij ervan uitging dat de bedrijfsarts bedoelde dat hij voorlopig niet hoefde te gaan werken, zolang het arbeidsconflict tenminste niet in goed overleg was opgelost. [eiser] had geen enkele reden om te bevroeden dat [gedaagde] het hiermee niet eens was, nu zijn loon gewoon werd doorbetaald. [gedaagde] meent echter dat het loon alleen uit coulance werd doorbetaald in de verwachting dat partijen er in onderling overleg wel uit zouden komen. Nu dat niet het geval is gebleken en [eiser] niet arbeidsongeschikt was ziet [gedaagde] niet in waarom [eiser], die niet heeft gewerkt en evenmin voldoende vakantiedagen had staan, toch recht op loon zou hebben. Daarom heeft [gedaagde] dat onverdiende loon volgens haar terecht in mindering gebracht op de ontslagvergoeding en moet daarom ook de huidige vordering op dat punt worden afgewezen.

Dienaangaande heeft het volgende te gelden.

Ook al moet er met [gedaagde] van worden uitgegaan dat [eiser] in de hier bedoelde periode niet arbeidsongeschikt was wegens gebrek of ziekte, dan nóg mocht [eiser] er in redelijkheid vanuit gaan dat zijn aanwezigheid op het werk niet werkelijk werd vereist, zolang het arbeidsconflict niet was opgelost, dit gelet op de duidelijke aanbeveling van de bedrijfsarts, het zonder enig voorbehoud doorbetaalde loon alsmede zijn vóórtdurende schorsing als lid van het managementteam. In de dagelijkse arbeidspraktijk komt het vaker voor dat een werkgever ervoor kiest om een werknemer, met wie een conflict is gerezen, vrij te stellen van de overeengekomen werkzaamheden, al was het maar om verdere escalatie te voorkomen. Dat is in het onderhavige geval, blijkens eigen mededeling van [gedaagde], kennelijk ook gebeurd. Zij liet de zaken immers bewust, mede gelet op de eisen van goed werkgeverschap, op hun beloop, in de hoop dat er een compromis kon worden bereikt. In zo’n geval gaat het niet aan om daar dan achteraf, als de arbeidsontbinding eenmaal is ontbonden, op terug te komen en het uitbetaalde loon terug te vorderen of te verrekenen, zoals [gedaagde] heeft gedaan. Daarom moet dit ten onrechte verrekende loon alsnog worden uitbetaald.

De vordering op dit punt is dus gegrond tot een bedrag groot € 9.724,28 bruto. De daarover nog gevorderde vakantiebijslag is echter niet toewijsbaar, omdat ter terechtzitting is erkend dat dit bedrag reeds is uitbetaald (in reconventie wordt daarop nader ingegaan, nu [gedaagde] van mening is dat ten onrechte vakantiebijslag over de niet gewerkte periode is uitbetaald).

Niet genoten vakantiedagen.
Ter terechtzitting zijn partijen overeengekomen dat de vordering wegens niet genoten vakantiedagen, hoezeer ook door [gedaagde] betwist, voor 50% zal worden toegewezen, om verder procederen op dit punt te voorkomen. Dat onderdeel van de vordering is dus gegrond tot een bedrag groot € 866,52 bruto.

Dertiende maand.
[eiser] heeft ter terechtzitting toegegeven dat hij niet kan bewijzen dat de door hem gevorderde dertiende maand is toegezegd. Nu de verschuldigdheid daarvan gemotiveerd is betwist moet de vordering op dit punt dan ook worden afgewezen.

Wettelijke verhoging.
[eiser] vordert 50% wettelijke verhoging over het toewijsbare bedrag. Op verzoek van [gedaagde] zal ik deze verhoging matigen tot nihil. De onderhavige zaak is een nare voortzetting van een onverkwikkelijke ontslagzaak waarin de emoties hoog zijn opgelopen. Alle water van de zee kan niet wegwassen dat het [eiser] is geweest die de aanzet heeft gegeven tot dit conflict. Ik oordeel het apert onrechtvaardig om [gedaagde] ook nog eens te belasten met een wettelijke verhoging. De wettelijke rente, die wel toewijsbaar is, moet voldoende zijn om de te late betaling te vergoeden.

Buitengerechtelijke kosten.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten moeten eveneens worden afgewezen omdat daaromtrent, gelet op de betwisting, onvoldoende is gesteld.

In reconventie.
Nu de voorwaarde waaronder deze is ingesteld is vervuld moet ook de reconventionele vordering worden behandeld.

Daarover wordt als volgt geoordeeld.

Teveel uitbetaalde vakantiebijslag?
[gedaagde] vordert terugbetaling van € 834,37 wegens teveel betaalde vakantiebijslag, nu [eiser] daarop geen recht daarop geldend kon over de periode dat hij onwettig had verzuimd. Gelet op hetgeen daarover hiervoor in conventie is opgemerkt, hetgeen hier wordt overgenomen, moet echter worden vastgesteld dat geen sprake was van onverschuldigde loonbetaling over die periode zodat ook de daarover betaalde vakantiebijslag terecht is uitbetaald. Dit onderdeel van de tegenvordering moet dus worden afgewezen.

Eerder toegewezen proceskosten.
De tegenvordering is op het punt van de in een eerdere procedure aan [gedaagde] toegewezen proceskosten erkend, zodat de tegenvordering in zoverre voor toewijzing gereed ligt.

In conventie en in reconventie.
Omtrent de proceskosten moet worden beslist zoals hierna bepaald.

Beslissing
In conventie:

[gedaagde] wordt veroordeeld om aan [eiser] te betalen de somma van € 9.724,28 bruto wegens achterstallig loon vermeerderd met € 866,52 bruto wegens niet genoten vakantiedagen met de wettelij-ke rente over het totaal vanaf 1 juni 2005 tot de dag dat betaald is.

Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

In reconventie:

[eiser] wordt veroordeeld om aan [gedaagde] te betalen de somma van € 450,– met de wettelijke rente daarover vanaf 8 december 2005 tot de dag dat betaald is.

Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

In conventie en in reconventie:

Iedere partij draagt de eigen kosten.

(bron: www.rechtspraak.nl)