Ontbinding Arbeidsovereenkomst wegens strafbare feiten in privé-sfeer | Ontslag advocaat

Ontbinding arbeidsovereenkomst.

Levert het feit dat werknemer is veroordeeld voor strafbare feiten zonder meer reden op voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst?

De zaak was de volgende.

Nadat werknemer al 27 jaar in dienst van werkgever was geweest in de functie van C-drukker werd hij door de politie opgepakt wegens de verdenking van mishandeling en (poging tot) verkrachting van zijn echtgenote alsmede enige verkeersovertredingen en op 9 mei 2006 daarvoor door de strafrechter veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, wegens tegen hem bewezen verklaarde “voorwaardelijk opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, poging tot verkrachting en een verkeersovertreding”. Begin juli 2006 werd werknemer] op vrije voeten gesteld en heeft hij zich bij de voorman van zijn ploeg beschikbaar gesteld voor hervatting van zijn werkzaamheden. Met ingang van 19 september 2005 heeft werkgever de loonbetaling aan werknemer gestaakt wegens zijn afwezigheid van het werk

Werkgever verzocht medio 2006 om ontbinding arbeidsovereenkomst wegens (i) ernstige strafbare feiten in privé-sfeer maar waarin werknemer ook werkgeefster heeft betrokken (verlies vertrouwen werkgeefster), (ii) onrust onder het personeel en (iii) herhalingsgevaar i.v.m. gebruik messen op het werk. Werkgever heeft haar verzoek als volgt, kort samengevat, toegelicht. Werknemer heeft, zo is haar gebleken, zijn echtgenote in de echtelijke woning met een mes ernstig verwond en is voor de gealarmeerde politie zijn huis ontvlucht en in een dollemansrit door Deventer uiteindelijk op het laadperron van het bedrijf van werkgever met veel machtsvertoon van de politie gearresteerd. Door aldus zijn werkgever bij zijn ernstige vergrijp te betrekken heeft werkgever onherstelbaar het vertrouwen in werknemer als medewerker verloren. Bovendien moet hij bij zijn functievervulling regelmatig met messen werken, en dat moet thans gezien worden als een onverantwoord risico ten opzichte van zijn collega’s. Werkgever had met indiening van het verzoek gewacht totdat het oordeel van de rechter bekend was, uit zorgvuldigheid, ter voorkoming van het verwijt overhaast te hebben gehandeld. De arrestatie van werknemer op haar bedrijfsterrein is natuurlijk bij het overige personeel niet onopgemerkt gebleven, en heeft tot grote onrust geleid. Terugkeer van werknemer in haar organisatie is daarom uitgesloten. Voor toekenning van een billijke vergoeding acht werkgever geen grond nu de ontstane situatie geheel aan werknemer is te verwijten.

Werknemer heeft verzocht het verzoek af te wijzen en daartoe het volgende – ook kort samengevat – aangevoerd. Het is juist dat hij zijn echtgenote op 29 augustus 2005 in overspannen toestand (hij was toen wegens overspannenheidsklachten ook arbeidsongeschikt) met een mes heeft verwond, gepoogd heeft haar te verkrachten en dat hij vervolgens voor de politie op de vlucht is geslagen en daarbij diverse verkeersovertredingen heeft begaan, om uiteindelijk op een parkeerhaven direct voor het bedrijfsterrein van Werkgever te worden gearresteerd. Het is ook juist dat hij door de strafrechter recentelijk is veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 8 voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, en dat hij enkele dagen voorafgaande aan de zitting in deze zaak op vrije voeten is gesteld. Deze problematiek was een rechtstreeks gevolg van ernstig uit de hand gelopen relatieproblemen, die inmiddels zijn opgelost. Hij heeft zich op zaterdag 15 juli 2006 telefonisch bij de voorman van zijn werkploeg gemeld voor werkhervatting. Overigens is hij na zijn ziekmelding voorafgaande aan 29 augustus 2005 niet hersteld bevonden en dus ook thans nog (rechtens) arbeidsongeschikt. Hij zal, behoudens een andersluidend oordeel van de bedrijfsarts, bij terugkeer eerst moeten re-integreren. Volgens werknemer wil werkgever van hem af omdat hij ziek is, dan wel omdat zij bezig is haar bedrijf te reorganiseren waarbij zij haar personeelsbestand wil inkrimpen. Het verzoek houdt aldus verband met zijn arbeidsongeschiktheid van dit moment zodat het verzoek dient te worden afgewezen. Hij heeft gedurende de 28 jaren van zijn dienstverband altijd naar tevredenheid gefunctioneerd en is daarvoor, zo heeft hij aangevoerd, ter gelegenheid van zijn 25-jarig ambtsjubileum nog gecomplimenteerd. Hij is destijds in overspannen toestand op de vlucht geslagen en naar het bedrijf van werkgever gereden omdat zijn zoon, die ook in dienst is van werkgever, daar op het laadperron aan het werk was. Terugkeer op de werkvloer is volgens hem geen probleem. Via zijn zoon heeft hij begrepen dat er geen onrust over zijn terugkeer bij zijn collega’s bestaat. Sommige van die collega’s hebben hem zelfs tijdens zijn detentie opgezocht en/of kaartjes met goede wensen gestuurd.

Omtrent de vraag of het voorgaande een ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan rechtvaardigen liet de kantonrechter Zwolle zich uit in zijn beschikking van 24 juli 2006.

Daarbij werd allereerst het beroep van werknemer op een verboden verband tussen het verzoek en zijn arbeidsongeschiktheid verworpen omdat niet is gesteld of gebleken dat hij door een arts is onderzocht, laat staan of hij daarbij arbeidsongeschikt zou zijn bevonden. Werknemer heeft bovendien ter zitting doen verklaren dat zijn handelen op 29 augustus 2005 een gevolg was van zijn toenmalige overspannenheid als gevolg van relatieproblemen, en dat die problemen thans zijn opgelost. Bij die stand van zaken bestaat ten aanzien van het antwoord op de vraag of werknemer thans arbeidsongeschikt zoveel twijfel dat een toetsing of het verzoek verband houdt met het bestaan van een opzegverbod niet aan de orde kan zijn.

Aan de andere kant gaat het in deze zaak om een ontbindingsverzoek tegen een [oudere werknemer met een onberispelijke staat van dienst gedurende 27 jaar. De feiten waarvoor werknemer door de strafrechter is veroordeeld zijn weliswaar ernstig doch liggen volledig in de privé-sfeer. Werknemer is daarvoor bovendien reeds gestraft door de strafrechter. De enkele omstandigheid dat werknemer op de vlucht voor de politie naar het bedrijfsterrein van Werkgever is gereden en daarop of in de directe nabijheid daarvan uiteindelijk is gearresteerd is onvoldoende om te aanvaarden dat hij op een arbeidsrechtelijk relevante wijze zijn werkplek in zijn strafbare handelingen heeft betrokken. De feiten waarvoor werknemer]is veroordeeld dragen overduidelijk de kenmerken van de door hem gestelde (en door werkgever niet weersproken) kortsluitingshandeling naar aanleiding van relationele problemen. Die feiten zijn daarom niet minder ernstig, maar brengen wel mee dat – vooral nu zij, voorzover bekend, op zichzelf staan – voor herhaling, en dan ook nog op de werkvloer, niet op voorhand reeds serieuze bezorgdheid gerechtvaardigd is. Werkgever heeft ook (zeker tegenover de gemotiveerde betwisting ervan door werknemer onvoldoende aannemelijk gemaakt dat onder haar personeel sprake is van een zo grote onrust over een eventuele terugkeer van werknemer op de werkvloer dat daarin een reden voor toewijzing van het verzoek zou zijn te vinden.

Op grond van het voorgaande werd het ontbindingsverzoek door de kantonrechter afgewezen.

Mocht u over het voorgaande dan wel over andere arbeidsrechtelijk zaken verdere vragen hebben, of behoefte hebben aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist in arbeidsrecht en ontslagrecht.

Bel ons nu tegen op 030 252 35 20 of tot 22.00 uur op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Onze vestigingsadressen zijn de volgende:

ATM Advocaten Utrecht:

Stadion Galgenwaard, Herculesplein 213, Utrecht
T: 030 252 35 20
F: 030 251 27 41

ATM Advocaten Dordrecht:

Johan de Wittstraat 39, Dordrecht
T: (078) 614 87 56
F: (078) 613 31 73

ATM Advocaten Den Bosch:

Victorialaan 15, ‘s-Hertogenbosch
T: 073 750 66 80
F: 073 750 66 82

(bron: www.rechtspraak.nl)