Bekrachtigingsaansprakelijkheid bij niet-nakoming door BV van verplichtingen aangegaan in de oprichtingsfase

Als in de oprichtingsfase van een besloten vennootschap rechtshandelingen worden verricht kan dat vragen oproepen betreffende de aansprakelijkheid voor die rechtshandelingen. In een arrest van het Hof Amsterdam van 9 februari 2016 (ECLI:NL:GHAMS:2016:424) is onder meer over de vraag geoordeeld of er sprake is van onrechtmatig handelen door een bestuurder als deze een rechtshandeling bekrachtigt terwijl hij wist dan wel behoorde te weten dat de vennootschap de verplichtingen niet zou kunnen nakomen. Het gaat daarbij om het sluiten van een huurovereenkomst door Getonomi BV i.o. met MHM BV.

“3.4
Artikel 2:203 lid 3 BW regelt twee vormen van aansprakelijkheid, namelijk de aansprakelijkheid van degenen die namens de op te richten vennootschap hebben gehandeld en de aansprakelijkheid van bestuurders die hebben bekrachtigd. Voor de eerstgenoemde aansprakelijkheid is vereist dat degene die namens de op te richten vennootschap handelde ten tijde van het verrichten van de rechtshandeling wist of redelijkerwijs kon weten dat de vennootschap haar verplichtingen uit de bekrachtigde rechtshandeling niet zou kunnen nakomen. De laatstgenoemde aansprakelijkheid doet zich voor indien het bekrachtigen door de bestuurder van een rechtshandeling, die namens de op te richten vennootschap is verricht, een onrechtmatige daad oplevert jegens de wederpartij bij die rechtshandeling. Of daarvan sprake is wordt bepaald door de omstandigheden van het geval, waarbij onder meer van belang kan zijn of de bestuurder ten tijde van de bekrachtiging wist of redelijkerwijs kon weten dat de vennootschap haar verplichtingen uit de rechtshandeling niet zal kunnen nakomen (HR 28 maart 1997, NJ 1997, 582). MHM doet een beroep op beide vormen van aansprakelijkheid in artikel 2:203 lid 3 BW.

3.5
Wat de aansprakelijkheid betreft van de bekrachtigende bestuurder volgt uit de oprichtingsakte van Getonomi, dat namens de bestuurders alle (rechts)handelingen verricht namens de vennootschap in de fase van oprichting en tot de inschrijving in het Handelsregister zijn bekrachtigd. Uit onderdeel A1 van de statuten volgt verder dat voor de eerste maal bestuurder van de vennootschap zijn ShaTamRe Holding BV alsmede BeMiShe Holding BV (de persoonlijke vennootschap van [geïntimeerde sub 1] ). De voor de bekrachtiging aansprakelijke bestuurders zijn dus deze twee vennootschappen.”
[…]

3.9
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat [geïntimeerde sub 1] ten tijde van de bekrachtiging wist, dan wel redelijkerwijs kon weten, dat Getonomi haar verplichtingen jegens MHM niet zou kunnen nakomen. Door desalniettemin te bekrachtigen (en aldus te bewerkstelligen dat zijn persoonlijke aansprakelijkheid jegens MHM op de BV werd afgewenteld) heeft hij als bestuurder onrechtmatig jegens MHM gehandeld. […].”