Verdeling vermogen maatschap

Indien ex-compagnons in een maatschap niet tot overeenstemming kunnen komen over een verdeling van het vermogen van de maatschap, heeft dat tot gevolg dat op grond van artikel 3:185 BW de wijze van verdeling of de verdeling zelf zal worden vastgesteld, rekening houdende naar billijkheid met de belangen van partijen en het algemeen belang.

Een afweging van de belangen van partijen en het algemeen belang (de belangen bij continuïteit van de onderneming) kan tot gevolg hebben dat (delen van) het vermogen van de maatschap wordt toegedeeld aan een van partijen tegen vergoeding van de overwaarde aan de andere partij (vergoeding wegens overbedeling).

Indien het volledige vermogen van de maatschap (de hele onderneming) wordt toegedeeld aan een van de partijen, dient deze, naar maatstaven van de redelijkheid en billijkheid die gelden tussen de deelgenoten van een gemeenschap, aan de andere partij voorts te vergoeden het nadeel dat die andere partij leidt doordat hij zijn praktijk niet langer kan uitoefenen. De waarde van de activiteiten van de maatschap bestaat immers niet uitsluitend uit de ten tijde van de verdeling aanwezige activa, maar ook uit de mogelijkheden voor partijen om daaruit inkomsten te verwerven. Door de volledige toedeling van de activiteiten van de maatschap aan een der partijen geniet deze, met uitsluiting van de andere partij, het voordeel van de voortzetting van de activiteiten van de maatschap. De mate waarin die voortzettende partij in verband hiermee is overbedeeld, moet worden vastgesteld met inachtneming van alle omstandigheden van het geval.

Zo nodig kan – op grond van artikel 3:185 BW – worden bepaald dat degene die overbedeeld wordt, de overwaarde (de vergoeding wegens overbedeling) geheel of gedeeltelijk in termijnen mag voldoen, eventueel onder de voorwaarde dat zekerheid tot een bepaald bedrag wordt gesteld.(bron.www.rechtspraak.nl)