Verval volledige loonaanspraak bij schending re-integratieverplichtingen

Uitgangspunt 

De zieke werknemer die zonder redelijke grond passende arbeid weigert, verzaakt zijn re-integratieverplichtingen. De werknemer verliest dan zijn aanspraak op loon. Maar verliest hij dan de aanspraak op zijn volledige loon of heeft het loonverlies alleen betrekking op de arbeidsuren van de passende arbeid?

De casus

Een werknemer meldt zich ziek. Na enige tijd ziet de bedrijfsarts mogelijkheden voor de werknemer om aangepast werk voor halve dagen te verrichten. Voor een deel is de werknemer dus niet in staat om (passende) arbeid te verrichten. De werknemer weigert de passende arbeid en weigert mee te werken aan redelijke voorschriften die gericht zijn op de passende arbeid. Daarop besluit de werkgever het volledige loon stop te zetten, waar de werknemer het niet mee eens is.

De kantonrechter concludeerde dat in de rechtspraak en de wetenschap tegenover elkaar staande standpunten worden ingenomen. Daarom besloot de kantonrechter prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen.

Hoge Raad 

De Hoge Raad heeft zich vervolgens op 6 juni 2014 uitgelaten over de vraag of de gehele loonaanspraak mag vervallen als een werknemer weigert gedeeltelijk zijn werkzaamheden te hervatten bij ziekte. De Hoge Raad heeft deze vraag positief beantwoord. De Hoge Raad heeft dus geoordeeld dat een werknemer, hoewel gedeeltelijk arbeidsongeschikt, op de voet van art. 7:629 lid 3, aanhef en onder c, BW geen aanspraak heeft op zijn gehele loon indien hij weigert passende werkzaamheden te verrichten.

Dit arrest is gepubliceerd op de website rechtspraak.nl (ECLI:NL:HR:2014:1341).

Conclusie

De zieke werknemer die zonder deugdelijke grond weigert passende arbeid te verrichten, verliest het recht op zijn volledige loon en niet enkel het loon gerelateerd aan de arbeidsomvang van de passende arbeid.