Waarschuwingsplicht aannemer

Op grond van artikel 7:754 BW is de aannemer bij het aangaan of de uitvoering van de (aannemings-)overeenkomst verplicht de opdrachtgever te waarschuwen voor fouten of gebreken in de door opdrachtgever verstrekte plannen, tekeningen, berekeningen, bestekken of uitvoeringsvoorschriften (waarschuwingsplicht).

De gevolgen van fouten of gebreken in de door de opdrachtgever verstrekte uitvoeringsvoorschriften komen, ingevolge artikel 7:760 derde lid, in samenhang met het tweede lid, BW, voor de opdrachtgever, voorzover de aannemer niet zijn in 7: 754 BW bedoelde waarschuwingsplicht heeft geschonden of anderszins met betrekking tot deze gebreken in deskundigheid of zorgvuldigheid tekort is geschoten.

De bewijslast van de feitelijke grondslag van een tekortkoming in de nakoming van genoemde zorgplicht rust ingevolge de hoofdregel van art. 150 Rv op de opdrachtgever (Hoge Raad, 11 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC8967, 14 oktober 2008, ECLI:NL:GHSGR:2008:BG3993 en rechtbank Den Haag, 1 april 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:3537). De rechtbank kan aanleiding zien om de bewijslast om te keren.