Wraking rechter, wanneer is wraking mogelijk?

Wraking is het middel dat partijen ten dienste staat om het hen – onder meer ingevolge artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden – toekomende recht op rechterlijke onpartijdigheid af te dwingen.

Van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden kan in de eerste plaats sprake zijn in verband met de persoonlijke instelling van de rechter (de partijdigheid in subjectieve zin). Daarbij heeft als uitgangspunt te gelden dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, totdat het tegendeel komt vast te staan.

Daarnaast is wraking mogelijk als controleerbare feiten en omstandigheden, los van de persoonlijke instelling en het gedrag van de rechter, een partij grond geven te vrezen dat de rechter niet onpartijdig is (de partijdigheid in objectieve zin). In dat verband zijn de schijn van (on)partijdigheid en de overtuiging van de verzoeker relevant, maar is doorslaggevend of de twijfel over de onpartijdigheid objectief gerechtvaardigd is.

Wanneer er sprake kan zijn van partijdigheid, staat voor het strafrecht in artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Voor civiel recht staan redenen voor wraking in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv); voor het bestuursrecht staan deze redenen in artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Een rechter wraken kan zowel mondeling als schriftelijk. Het allerbelangrijkste bij een wrakingsverzoek is dat er goed in moet staan waarom de betreffende rechter partijdig zou zijn.

Wraken kan schriftelijk voor het begin van de zitting. De verzoeker (of zijn advocaat) schrijft dan een brief waarin hij aangeeft waarom hij de rechter partijdig vindt en deze wil wraken.

Een rechter wraken kan ook mondeling, tijdens de zitting. De rechtzoekende of zijn advocaat licht dan in de rechtszaal het verzoek toe. Het verzoek komt in het verslag van de zitting (het proces-verbaal).

De laatste manier om een rechter te wraken is schriftelijk na de zitting. De verzoeker geeft dan in een brief aan waarom hij de rechter op zitting partijdig vond en vraagt alsnog om de rechter te wraken.

Als er eenmaal een uitspraak van de rechter is gewezen, is het niet meer mogelijk om de rechter te wraken.
(bron: www.rechtspraak.nl)