Niet-wijzigingsbeding in een echtscheidingsconvenant

Op grond van de wet (artikel 1:159 lid 2 Burgerlijk Wetboek) verliest een niet-wijzigingsbeding in een echtscheidingsconvenant verbonden aan het vaststellen van partneralimentatie zijn kracht, als het verzoek tot echtscheiding niet binnen drie maanden na ondertekening van het convenant is ingediend.

Dit is een harde termijn, een en ander is bevestigd door de Hoge Raad op 27 september 2013.

In deze zaak waren partijen partneralimentatie overeengekomen en was in het echtscheidingsconvenant ten aanzien van deze alimentatie een niet-wijzigingsbeding opgenomen. De man verzocht om een verlaging van het bedrag aan partneralimentatie, waarna de vrouw een beroep deed op het niet-wijzigingsbeding. Vervolgens verweerder de man zich met een beroep op artikel 1:159 lid 2 BW, immers het echtscheidingsverzoek was niet binnen drie maanden na ondertekening van het convenant ingediend.

In cassatie deed de vrouw een beroep op de redelijkheid en billijkheid, maar de Hoge Raad volgde haar niet. De Hoge Raad oordeelde dat het niet-wijzigingsbeding is vervallen door het niet tijdig indienen van het verzoek tot echtscheiding. Hieraan kunnen dan dus geen rechten meer worden ontleend.

Bron: Hoge Raad, 27 september 2013 (ECLI:NL:HR:2013:CA1970)