Ontbinding overeenkomst – gevolgen

Hebt u omtrent contractenrecht (overeenkomstenrecht) vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een advocaat aan de telefoon. Bel ons op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

De ontbinding op de voet van art. 6:265 BW bevrijdt partijen van de daardoor getroffen verbintenissen, ook van verbintenissen die al voor de ontbinding dienden te worden nagekomen (zie HR 5 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW8307, NJ 2012/584 (Tyco/Delata)), en reeds verrichte prestaties moeten ongedaan gemaakt worden (art. 6:271 BW).

Sluit de aard van de prestatie uit dat zij ongedaan wordt gemaakt, dan treedt daarvoor een vergoeding in de plaats van haar waarde op het tijdstip van ontvangst (art. 6: 272 lid 1 BW). Dit is de waarde in het economisch verkeer. Die zal veelal kunnen worden gesteld op hoogte van de tegenprestatie.

Heeft de prestatie niet aan de verbintenis beantwoord, dan wordt deze vergoeding beperkt tot het bedrag van de waarde die de prestatie voor de ontvanger op dit tijdstip in de gegeven omstandigheden werkelijk heeft gehad (art. 6:272 lid 2 BW) (zie TM. Parl. Gesch. Boek 6, p. 1031-1032; Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-III 2010/704; F.B. Bakels, Ontbinding van overeenkomsten (Mon. BW B58), 2011/50; G.T. de Jong, Verbintenissenrecht algemeen, 2011/246; M.M. Olthof, T&C Burgerlijk Wetboek 2013, art. 6:272, aant. 3.b en 4; W.H. van Boom, GS Verbintenissenrecht, art. 6:272, aant. 3-4.) (bron: www.rechtspraak.nl)