Zorgplicht assurantietussenpersoon

Hebt u omtrent de zorgplicht van banken of – bijvoorbeeld – assurantietussenpersonen vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een advocaat aan de telefoon. Bel ons op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Een assurantietussenpersoon (verzekeringstussenpersoon) dient de zorg te betrachten die van een redelijk handelend tussenpersoon mag worden verwacht. De Hoge Raad heeft in een arrest van 10 januari 2003 (HR 10 januari 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0122, NJ 2003/375 m.nt. M.M. Mendel) aangegeven wat daaronder dient te worden verstaan:

Een assurantietussenpersoon dient tegenover zijn opdrachtgever de zorg te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht. Het is zijn taak te waken voor de belangen van de verzekeringnemers bij de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen. Tot deze taak behoort in beginsel ook dat – kort gezegd – de assurantietussenpersoon de verzekeringnemer tijdig opmerkzaam maakt op de gevolgen die hem bekend geworden feiten voor de dekking van de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen kunnen hebben. Dit brengt mee dat hij erop toeziet dat door of namens de verzekeringnemer aan de verzekeraar tijdig alle mededelingen worden gedaan waarvan hij, als redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon, behoort te begrijpen dat die de verzekeraar ervan zullen (kunnen) weerhouden om (…) een beroep te doen op het vervallen van het recht op schadevergoeding wegens de niet-nakoming van de in de polisvoorwaarden opgenomen mededelingsplicht ter zake van risicoverzwarende omstandigheden. Daarbij gaat het om feiten en omstandigheden die aan de assurantietussenpersoon bekend zijn of die hem redelijkerwijs bekend behoorden te zijn. Bij dit laatste geldt dat indien de tussenpersoon met betrekking tot een hem bekende omstandigheid die mogelijk tot een beroep op risicoverzwaring aanleiding kan geven, niet over voldoende gegevens beschikt of niet ervan mag uitgaan dat de gegevens waarover hij beschikt nog volledig en juist zijn, hij daarnaar bij zijn cliënt dient te informeren.

Uit het slot van de zo-even geciteerde overweging van de Hoge Raad wordt in de vakliteratuur een verplichting voor de assurantietussenpersoon afgeleid om zich in het belang van de verzekeringnemer actief en zelfs pro-actief informerend op te stellen: niet alleen in geval van risicoverzwaring, maar, in ruimere zin, wanneer de dekking in gevaar dreigt te komen (bijvoorbeeld wanneer een mogelijk beroep van de verzekeraar op een uitsluitingsclausule in beeld komt). (bron: www.rechtspraak.nl)