Schulden en kinderalimentatie

Bij de berekening van draagkracht van een alimentatieplichtige in het kader van met name kinderalimentatie wordt vaak geen rekening gehouden met de aflossing van schulden die zijn ontstaan ná beëindiging van het huwelijk/ de relatie. De reden die vaak wordt aangedragen is dat schulden die zijn aangegaan na beëindiging van het huwelijk niet noodzakelijk zijn. Dat dit te kort door de bocht is, blijkt uit een arrest van 14 maart 2014 (HR 14 maart 2014, RFR 2014/67).

Een man diende een verzoek tot nihilstelling van kinderalimentatie in bij de rechtbank. Hij gaf aan dat hij geen draagkracht had, onder meer omdat hij een schuld had aan de moeder van een kind uit een andere relatie in verband met niet-betaalde kinderalimentatie. Het hof deelde de mening van de man en oordeelde dat hij geen draagkracht had, onder meer omdat door het hof rekening werd gehouden met de aflossing van de achterstallige kinderalimentatie.

De vrouw ging in cassatie en klaagde dat het hof ten onrechte rekening had gehouden met de schuld wegens achterstallige kinderalimentatie. De Hoge Raad geeft aan, onder verwijzing naar een arrest uit 2008, dat op de draagkracht in beginsel alle schulden van invloed zijn, ook schulden die zijn ontstaan na het tijdstip waarop de onderhoudsplicht is komen vast te staan en ook schulden waarop niet wordt afgelost. De Hoge Raad vervolgt dat de rechter weliswaar redenen aanwezig kan oordelen om in afwijking van deze hoofdregel aan bepaalde schulden geen of minder gewicht toe te kennen, maar in dat geval dient hij dit oordeel te motiveren.

De Hoge Raad concludeert dan dat, voor zover de vrouw heeft betoogd dat de schulden wegens achterstallige kinderalimentatie zich naar hun aard verzetten dat daarmee rekening wordt gehouden bij het bepalen van de draagkracht, blijkens voornoemde uitgangspunt onjuist is. Ook hoeft de rechter niet steeds te motiveren waarom hij rekening houdt met een schuld bij het vaststellen van de draagkracht.

Uit dit recente arrest blijkt dat ten onrechte de opvatting bestaat dat uitsluitend met de aflossing van schulden, die ontstaan zijn tijdens het huwelijk, rekening wordt gehouden bij de bepaling van de draagkracht.

Door: mr. Ingeborg Redert