Schenkingen tijdens huwelijk – toestemming van andere echtgenoot vereist?

Tijdens het huwelijk doet één van de echtgenoten, de man, schenkingen aan een vriendin. Zijn vrouw is het hier niet mee eens. Samen met haar man vordert zij van deze vriendin terugbetaling van de schenkingen. Is de vriendin daartoe verplicht? Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld van wel (4 februari 2014, ECLI:NLGHARL:2014760).

De man en de vrouw zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden. Zij zijn samen vennoten onder firma (VOF) van een kapsalon.

De man heeft gedurende het huwelijk verschillende malen geld overgemaakt aan een vriendin met wie hij een vriendschappelijke relatie heeft. In totaal heeft hij ruim € 28.000,- aan haar betaald vanaf bankrekeningen op naam van de kapsalon. De echtgenoten willen dit geld terug. De vrouw stelt dat zij geen toestemming heeft gegeven voor de schenkingen.

Op grond van artikel 1:88 lid 1 sub b BW heeft een echtgenoot toestemming van de andere echtgenoot nodig voor het doen van giften, met uitzondering van gebruikelijke niet bovenmatige giften. Als de echtgenoot, die de gift doet, deze toestemming niet heeft gehad, kan de andere echtgenoot een beroep doen op vernietiging (1:89 lid 1 BW). Het hof overweegt dat deze artikelen er toe strekken echtgenoten tegen elkaar en tegen zichzelf te beschermen, ongeacht welk huwelijksregime zij hebben gekozen en ongeacht in welke hoedanigheid de giften zijn gedaan.

Het maakt dus geen verschil dat de echtgenoten op huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd en dat de betalingen zijn gedaan vanaf bankrekeningen op naam van de kapsalon. Het hof is van oordeel dat er sprake is van giften die niet gebruikelijk en bovenmatig zijn en dat de vrouw terecht een beroep op vernietiging heeft gedaan. De vriendin moet daarom het bedrag van ruim € 28.000,- terug betalen aan de echtgenoten.