Ontslag Ambtenaar – onvoldoende herplaatsingsonderzoek

Hebt omtrent ambtenarenrecht, ontslag als ambtenaar en/of herplaatsingsonderzoek, vragen of behoefte aan rechtsbijstand kunt u ons bereiken op ons centrale telefoonnummer 030 252 35 20. Wij verbinden u direct door met een van onze ambtenarenrecht advocaten. Een eerste advies is altijd kosteloos.

Ontslag wegens ongeschiktheid op grond van ziekten en gebreken.

In de zaak die hier wordt besproken oordeelt de Centrale Raad van Beroep dat het herplaatsingsonderzoek onvoldoende is geweest. Juist gezien de serieuze beperkingen van de betrokken ambtenaar en het feit dat hij daardoor moeilijk te bemiddelen is naar een arbeidsplaats buiten de gemeente, rust op het college een verregaande verplichting zorgvuldig de arbeidsmogelijkheden binnen de gemeente te onderzoeken. Uit de gedingstukken blijkt echter dat al in een vroeg stadium is aangestuurd op werk buiten de gemeente. Van belang is verder dat de betrokken ambtenaar op grond van het bepaalde in de CAR op passende functies daadwerkelijk moet worden geplaatst, en dat het te vrijblijvend is om hem op dat soort functies – zoals die bij de brandweer – slechts te laten solliciteren. Verwijzing naar de houding van de ambtenaar kan het college niet baten. Het college is ook verplicht mogelijkheden te onderzoeken van functies waar de ambtenaars voorkeur in eerste instantie niet naar uitgaat. Om die reden moet het college met de ambtenaar in overleg treden over compensatie, teneinde tot een beëindiging van het herleefde dienstverband te komen.

De CRvB oordeelt daartoe als volgt:

4.1. In artikel 7:9, eerste lid, van de CAR is bepaald dat het college verplicht is zo tijdig mogelijk zodanige maatregelen te treffen en voorschriften te geven als redelijkerwijs nodig is, opdat de ambtenaar, die in verband met zijn ongeschiktheid ten gevolge van ziekte of gebrek verhinderd is zijn arbeid te verrichten, in staat wordt gesteld de eigen arbeid of passende arbeid te verrichten. Ingevolge het tweede lid bevordert het college de inschakeling van de ambtenaar in passende arbeid buiten de openbare dienst van de gemeente, indien vaststaat dat de eigen arbeid niet meer kan worden verricht en binnen de openbare dienst van de gemeente geen passende arbeid voorhanden is.

4.2. Volgens vaste rechtspraak van de Raad (CRvB 30 oktober 2008, LJN BG4629) moeten voorschriften over het herplaatsingsonderzoek als hier bedoeld, nauwlettend worden nageleefd. Het herplaatsingsonderzoek moet zorgvuldig worden uitgevoerd, waarbij elke reële mogelijkheid tot herplaatsing moet worden aangegrepen (CRvB 14 mei 2009, LJN BI4833).

4.3. De ambtenaar is volgens de stukken aangewezen op een voorspelbare werksituatie, op werk zonder verhoogd persoonlijk risico, dat beperkt is inzake conflicten en in een vertrouwde omgeving plaats vindt. Hij is om die reden niet geschikt voor zijn eigen werk. Of voldoende inspanningen zijn verricht om hem in zijn eigen werk te laten re-integreren is, naar partijen ook hebben verklaard, hier niet aan de orde. Uit de beschikbare gegevens valt af te leiden dat de ambtenaar van november 2006 tot eind januari 2007 werkzaam is geweest bij het gemeentelijk museum en dat hij van oktober 2007 tot begin 2008 heeft gewerkt bij het zwembad. Ook is hem een aantal vacatures binnen de gemeente toegezonden en heeft de ambtenaar enkele malen gesolliciteerd op functies binnen de gemeente, zoals bij de brandweer. Voor deze functie werd de ambtenaar geschikt geacht wat betreft opleidingsniveau en ervaring, maar is hij afgewezen vanwege twijfels over houding en gedrag. Voor het overige zijn de herplaatsingsinspanningen vooral gericht geweest om de ambtenaar buiten de gemeentelijke dienst aan het werk te krijgen.

4.4. De ambtenaar heeft serieuze beperkingen, waardoor het niet gemakkelijk zal zijn geweest een passende functie voor hem te vinden. Dit betekent niet dat hij in het geheel geen reële arbeidsmogelijkheid meer had. Het arbeidsdeskundig rapport van Van Eck, dat het college aan zijn ontslagbesluit ten grondslag heeft gelegd, maakt dat niet anders. Uit die rapportage blijkt namelijk niet dat is beoordeeld of een functie eventueel passend was te maken, bijvoorbeeld door het faciliteren van een opleiding of aanpassing van de werkplek. De ambtenaar heeft verder gedurende substantiële perioden passend werk verricht. Juist gezien zijn serieuze beperkingen en het feit dat hij daardoor moeilijk te bemiddelen is naar een arbeidsplaats buiten de gemeente, rustte er op het college een verregaande verplichting zorgvuldig de arbeidsmogelijkheden binnen de gemeente te onderzoeken. Uit de gedingstukken blijkt echter dat al in een vroeg stadium is aangestuurd op werk buiten de gemeente. Van belang is verder dat de ambtenaar op grond van het bepaalde in de CAR op passende functies daadwerkelijk moet worden geplaatst, en dat het te vrijblijvend is om hem op dat soort functies – zoals die bij de brandweer – slechts te laten solliciteren. Verwijzing naar de houding van de ambtenaar kan het college niet baten. Het college is ook verplicht mogelijkheden te onderzoeken van functies waar de ambtenaars voorkeur in eerste instantie niet naar uitgaat. Ook op de ambtenaar rusten in het kader van het herplaatsingsonderzoek immers verplichtingen, waaronder de verplichting om passende arbeid te gaan verrichten.

4.5. Uit 4.2 tot en met 4.4 volgt dat het herplaatsingsonderzoek onvoldoende is geweest waardoor het college niet bevoegd was om de ambtenaar ontslag te verlenen per 1 juli 2009. Dit betekent dat het hoger beroep slaagt. De rechtbank heeft het bestreden besluit ten onrechte in stand gelaten, evenals het primaire ontslagbesluit, dat had moeten worden herroepen. De aangevallen uitspraak komt dus voor vernietiging in aanmerking.

5. Ten overvloede overweegt de Raad nog het volgende. Namens de ambtenaar is ter zitting verklaard dat een terugkeer bij de gemeente – en een nieuw herplaatsingsonderzoek – niet primair wordt nagestreefd, maar dat de ambtenaar een geldelijke genoegdoening wenst, waarbij de ondeugdelijke besluitvorming wordt gecompenseerd. Nu het dienstverband van de ambtenaar als gevolg van de vernietiging van de aangevallen uitspraak, van het bestreden besluit en de herroeping van het primaire ontslagbesluit herleeft moet het college met de ambtenaar in overleg treden over die compensatie, teneinde tot een beëindiging van het herleefde dienstverband te komen.