Ondanks langdurig dienstverband geen ontslag vergoeding

Ondanks 30-jarig dienstverband geen ontslag vergoeding. Werknemer uit (veiligheids)functie gehaald, nadat hij driemaal gezakt was voor een periodiek herinstructie met examen. Werkgever heeft werknemer vanaf april 2009 in de gelegenheid gesteld andere functie te vinden. Het daarbij aangeboden re-/outplacementtraject is door toedoen van werknemer mislukt.

De kantonrechter overweegt hieromtrent als volgt. Dat [werknemer] sinds april 2009 zijn functie van Treindienstleider met beperkte bevoegdheid niet meer kan uitoefenen nu hij gezakt is voor het desbetreffende theorie-examen, ondanks dat hij door [werkgever] driemaal in de gelegenheid is gesteld om dit examen te maken, het tweede examen dezelfde vragen bevatte als het eerste examen en hij voor het derde examen in de gelegenheid is gesteld de basisopleiding opnieuw te volgen, komt voor zijn rekening en risico. [werkgever] heeft zich daarna als goed werkgever opgesteld door [werknemer] ruimschoots de gelegenheid te bieden een andere functie binnen of buiten het NS-concern te vinden. Hierbij heeft [werkgever] [werknemer] in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van het re-/outplacementtraject van NS Loopbaancentrum, dat door haar gefinancierd is. Het is aannemelijk door dit traject door toedoen van [werknemer] niet geslaagd is, gezien de hiervoor genoemde rapportages van NS Loopbaancentrum. Na de beëindiging van dit traject op 19 februari 2010 heeft [werkgever] [werknemer] nog ruimschoots de tijd gegund om vanuit zijn dienstverband naar een nieuwe functie binnen of buiten NS te zoeken. Gelet op een en ander, in onderling verband en samenhang beschouwd, ziet de kantonrechter geen aanleiding om een vergoeding naar billijkheid toe te kennen. Het enkele feit dat [werknemer] sinds 18 augustus 1980 in dienst is bij (de rechtsvoorganger van) [werkgever] leidt niet tot een ander oordeel.

Mocht u omtrent een ontslagvergoeding vragen hebben dan wel behoefte hebben aan direct advies of bijstand, kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Telefonisch contact gaat snel en u krijgt direct een van onze ontslag en arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Bel ons nu tegen op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ARNHEM

Sector kanton

Locatie Nijmegen

zaakgegevens  734663 \ HA VERZ 11-1045 \ 199 jt
uitspraak van  25 maart 2011
beschikking

in de zaak van

de besloten vennootschap [werkgever] B.V.
gevestigd te Utrecht
verzoekende partij
gemachtigde mr. X

tegen

[werknemer]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
gemachtigde mr. Y.

Partijen worden hierna [werkgever] en [werknemer] genoemd.
1. De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
–  het verzoekschrift met producties
–  het verweerschrift met producties
–  de voorafgaand aan de mondelinge behandeling door de gemachtigde van [werkgever] toegezonden producties
–  de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 2 maart 201, mede inhoudende de pleitnotities van de gemachtigde van [werkgever].
2. De feiten

1.1 [werkgever] maakt deel uit van het concern van de Nederlandse Spoorwegen (hierna: NS). [werkgever] houdt zich bezig met onderhoud, service, reiniging en revisie van rollend (trein)materieel. [werkgever] dient ervoor te zorgen dat de treinen van NS veilig en betrouwbaar kunnen rijden.

1.2 Een Treindienstleider of Procesleider met minimale bevoegdheid heeft als taak het ter beschikking stellen van veilige rijwegen op emplacementen of gedeelten daarvan, die niet zijn voorzien van technische beveiliging en het treffen van veiligheidsmaatregelen bij storingen en werkzaamheden aan het spoor, alsmede het geven van aanwijzingen met betrekking tot een veilig en ongestoord gebruik van spoorwegen die niet zijn voorzien van een technische beveiliging.

1.3 [werknemer], geboren op [dag en maand] 1961 en thans dus 49 jaar oud, is op 18 augustus 1980 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) [werkgever]. [werknemer] is vanaf mei 2003 tot april 2009 werkzaam geweest als Treindienstleider met minimale bevoegdheid. Zijn laatstgenoten salaris bedraagt € 3.141,36 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en overige emolumenten.

1.4 [werknemer] is in 2003 geslaagd voor het theorie-examen Treindienstleider na het volgen van een basisopleiding daarvoor. Op grond van de bij [werkgever] geldende veiligheidsregels heeft [werknemer] dit verplichte theorie-examen in 2008 opnieuw afgelegd. Hij heeft het na drie pogingen niet behaald. [werkgever] heeft [werknemer] in april 2009 uit zijn functie gehaald.

1.5 [werknemer] heeft van 1 mei 2009 tot 19 februari 2010 een re-/outplacementtraject gevolgd bij NS Loopbaancentrum op kosten van [werkgever]. Dit heeft niet tot een andere baan binnen of buiten het NS-concern geleid.

1.6 [werknemer] heeft per e-mailbericht van 17 september 2009 aan [werkgever] en NS Loopbaancentrum meegedeeld dat zijn huisarts “heeft bevestigd dat er sprake is van een burn out.” en dat hij zich niet ziek wil melden.

1.7 [werkgever] heeft [werknemer] in contact gebracht met een bedrijfsmaatschappelijk werker van ArboUnie. Deze heeft [werkgever] bij e-mailbericht van 28 september 2009 het volgende meegedeeld, voor zover hier van belang:
“Vandaag (28 september) heb ik een intakegesprek gevoerd met dhr. [werknemer]. (…) Ook is betrokkene via zijn huisarts bij een psychiatrisch verpleegkundige terechtgekomen om over zijn geestelijk onwelzijn te kunnen praten. Om te voorkomen, dat betrokkene met teveel personen contact heeft om over zijn problematiek te praten is in onderling overleg besloten geen vervolgcontact te plannen. Het contact is bij deze afgesloten. (…)”

3. Het verzoek en het verweer

3.1 [werkgever] verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te ontbinden wegens gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding.

3.2 [werkgever] onderbouwt het verzoek, kort samengevat, als volgt. Nu [werknemer] ongeschikt is voor zijn functie Treindienstleider met beperkte bevoegdheid en het re-/outplacementtraject geen resultaat heeft opgeleverd, kan [werkgever] niet anders dan verzoeken de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. Zij is van mening dat er geen reden is voor toekenning van enige vergoeding. Dat [werknemer] het voor zijn functie vereiste examen, ondanks twee herkansingsmogelijkheden, niet heeft gehaald, ligt geheel in zijn risicosfeer. Vervolgens heeft [werkgever] hem gedurende een termijn van 10 maanden in de gelegenheid gesteld te zoeken naar ander werk door middel van het re-/outplacementtraject. Dat dit niet tot een succesvolle herplaatsing heeft geleid, kan [werkgever], gegeven al haar inspanningen, niet worden verweten, terwijl [werknemer] zich niet optimaal heeft ingespannen voor een succesvolle herplaatsing.

3.3 [werknemer] voert gemotiveerd verweer. Hij verzoekt primair het verzoek af te wijzen en subsidiair bij toewijzing van het verzoek hem een vergoeding met factor C = 1,5 toe te kennen.

4. De beoordeling

4.1 Niet aannemelijk is dat het verzoek verband houdt met enig opzegverbod.

4.2 [werknemer] voert aan dat [werkgever] in het kader van haar zorgplicht als goed werkgever hem tegen zichzelf in bescherming had moeten nemen en hem na het eerste examen de rust had moeten geven om orde op zaken te stellen, mede gezien zijn burnout-klachten.
De kantonrechter volgt [werknemer] niet in deze zienswijze op grond van de volgende feiten en omstandigheden, die door [werkgever] zijn gesteld en door [werknemer] niet zijn betwist. [werknemer] is in november 2008, na op 31 oktober 2008 een herinstructiecursus te hebben gevolgd, gezakt voor het theorie-examen Treindienstleider. Op 24 november 2008 heeft [werknemer] een herexamen gemaakt. Dat bestond uit dezelfde vragen als de eerste kans. Ook voor dit herexamen zakte [werknemer]. [werkgever] heeft vervolgens [werknemer] in de gelegenheid gesteld van 27 januari tot en met 13 februari 2009 de basisopleiding voor Treindienstleider met beperkte bevoegdheid te volgen, bestaande uit 15 lesdagen en zes proeftoetsen. Hij is op 6 maart 2009 opnieuw voor dit examen gezakt. Bij [werkgever] was dit nog niet eerder voorgekomen: na het (eerste) herexamen is het slagingspercentage 100%.
Aldus heeft [werkgever] zich als een goed werkgever gedragen. Zij heeft [werknemer] voldoende kansen geboden om het bewuste examen te halen, waarbij hij bovendien door [werkgever] in de gelegenheid is gesteld de basisopleiding, kennelijk “in de tijd van de baas”, nogmaals te volgen. Daarbij komt dat [werknemer] geen feiten of omstandigheden heeft gesteld, die aannemelijk doen zijn dat zijn burnoutklachten reeds in de periode november 2008 tot april 2009 bij [werkgever] bekend waren of hadden moeten zijn. Het staat vast dat hij niet eerder dan per
e-mailbericht van 17 september 2009 aan [werkgever] heeft gemeld dat hij burnoutklachten heeft.

4.3 [werknemer] werpt verder op dat het beeld dat [werkgever] schetst van een coulante werkgever die hem alle kansen heeft geboden om binnen de organisatie ander werk te vinden, niet klopt. De inspanningen van [werkgever] om een passende functie voor hem te vinden, heeft te wensen overgelaten. Hij is in feite aan zijn lot overgelaten, aldus [werknemer].
Ook deze lezing wordt niet gedeeld door de kantonrechter. Tussen partijen staat vast dat [werknemer] aan het re-/outplacementtraject van het NS Loopbaancentrum heeft deelgenomen, waarvoor [werkgever] een budget van € 6.000,- ter beschikking heeft gesteld, dat hij een nieuwe loopbaanadviseur toegewezen heeft gekregen omdat hij niet tevreden was over de eerste adviseur en dat hem in dat traject een time-out is gegeven na zijn onder 2.6 genoemde e-mailbericht. Uit de tussentijdse rapportage van 9 juli 2009 (productie 8 bij verzoekschrift) en de eindrapportage van 19 februari 2010 (productie 14 bij verzoekschrift) volgt veeleer het beeld dat [werknemer] zich niet voldoende heeft opengesteld voor de adviezen van de loopbaanadviseurs.

4.4 Bovendien is [werknemer] van mening dat [werkgever] in de gaten had moeten hebben dat hij op het randje van een burnout en ook in een burnout zat. Verbazingwekkend is dat bij [werkgever] geen belletjes zijn gaan rinkelen, aangezien zij van alle gebeurtenissen in het privéleven van [werknemer] (herseninfarct, ernstig ongeval, ruzies met zijn ex-partner en haar nieuwe vriend, zwervend bestaan) op de hoogte was, aldus [werknemer].
Ook dit, door [werkgever] bestreden, verweer wordt als onvoldoende feitelijk onderbouwd gepasseerd. Na het onder 2.6 genoemde e-mailbericht is [werknemer] door [werkgever] in contact gebracht met een bedrijfsmaatschappelijk werker van ArboUnie. Hij heeft zich niet ziek gemeld en in overleg met bedoelde bedrijfsmaatschappelijk werker is besloten geen vervolgcontact te plannen. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt dan niet in te zien wat [werkgever] als goed werkgever meer of anders had moeten doen of nalaten.

4.5 Tot slot merkt [werknemer] op dat hij zich bijna niet kan voorstellen dat het voor [werkgever] niet mogelijk is om hem te herplaatsen en hij vraagt zich dan ook ten zeerste af of het niet een kwestie van onwil is om hem een vaste arbeidsplaats aan te bieden.
Nu dit verweer niet ondersteund wordt door aannemelijk geworden feiten en omstandigheden, wordt het gepasseerd.

4.6 De slotsom is dat aannemelijk is dat geen andere functie voor [werknemer] bij [werkgever] en binnen het NS-concern voorhanden is, zodat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt toegewezen.

4.7 Dan resteert de vraag of [werknemer] aanspraak kan maken op een vergoeding naar billijkheid en zo ja, hoe hoog die dan dient te zijn.
De kantonrechter overweegt hieromtrent als volgt. Dat [werknemer] sinds april 2009 zijn functie van Treindienstleider met beperkte bevoegdheid niet meer kan uitoefenen nu hij gezakt is voor het desbetreffende theorie-examen, ondanks dat hij door [werkgever] driemaal in de gelegenheid is gesteld om dit examen te maken, het tweede examen dezelfde vragen bevatte als het eerste examen en hij voor het derde examen in de gelegenheid is gesteld de basisopleiding opnieuw te volgen, komt voor zijn rekening en risico. [werkgever] heeft zich daarna als goed werkgever opgesteld door [werknemer] ruimschoots de gelegenheid te bieden een andere functie binnen of buiten het NS-concern te vinden. Hierbij heeft [werkgever] [werknemer] in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van het re-/outplacementtraject van NS Loopbaancentrum, dat door haar gefinancierd is. Het is aannemelijk door dit traject door toedoen van [werknemer] niet geslaagd is, gezien de hiervoor genoemde rapportages van NS Loopbaancentrum. Na de beëindiging van dit traject op 19 februari 2010 heeft [werkgever] [werknemer] nog ruimschoots de tijd gegund om vanuit zijn dienstverband naar een nieuwe functie binnen of buiten NS te zoeken. Gelet op een en ander, in onderling verband en samenhang beschouwd, ziet de kantonrechter geen aanleiding om een vergoeding naar billijkheid toe te kennen. Het enkele feit dat [werknemer] sinds 18 augustus 1980 in dienst is bij (de rechtsvoorganger van) [werkgever] leidt niet tot een ander oordeel.

4.8 Een proceskostenveroordeling wordt achterwege gelaten, nu [werkgever] daarom niet heeft verzocht.
De beslissing

De kantonrechter

ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 april 2011.
(bron: www.rechtspraak.nl)