Consumentenrecht – garantie – garantietermijn

Consumentenrecht – garantie – garantietermijn – consumentenkoop. Aankoop CV-ketel. Garantietermijn van 2 jaar is geen blokgarantie in die zin dat na 2 jaar geen garantie meer bestaat. In het onderhavige geval mocht koper verwachten dat na 2,5 jaar het apparaat nog probleemloos werkte en behoeft hij geen reparatiekosten te betalen.

De wettelijke rechten van een consumentkoper worden in geval van de koop van een non-conforme zaak niet bepaald door een ‘blokgarantie’; de rechten van de consument houden niet op na het verstrijken van de garantietermijn.

Artikel 7:17 BW lid 2 bepaalt dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag blijkens het tweede lid van dit artikel verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen.

Bij de beoordeling van de vraag of een op grond van een consumentenkoop afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoordt moeten alle omstandigheden van het geval worden afgewogen. Op grond van artikel 7:18 lid 1 BW mogen daarbij tevens worden betrokken de uitlatingen die Bosch ter zake de verkochte cv-ketel doet in de door haar gepubliceerde -aan de consument gerichte- brochures.

In het onderhavige geval gaat het om een nieuwe cv-ketel. Met betrekking tot de duurzaamheid van het product is het een feit van algemene bekendheid dat een cv-ketel bedoeld is om gedurende een lange periode te functioneren. Ten aanzien van de periode moet op grond van algemene ervaringsregels er van worden uitgegaan dat een gemiddelde cv-ketel een levensduur heeft van ongeveer 15 jaar. Dat van cv-ketels verwacht mag worden dat zij gedurende lange tijd functioneren blijkt ook uit het feit dat door fabrikanten een langdurige garantie wordt verstrekt. In het geval van Bosch wordt op het gehele toestel 2 jaar garantie gegeven en wordt er op de warmtewisselaar van het toestel 10 jaar garantie verstrekt. Dat ter zake cv-ketels een algemene geaccepteerde garantietermijn van twee jaar heeft te gelden is door [A] wel gesteld, maar deze stelling is door haar niet nader onderbouwd.

Mocht u omtrent consumentenrecht en/of garantie vragen hebben dan wel behoefte hebben aan direct advies, kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton

Locatie Leeuwarden

zaak-/rolnummer: 328334 \ CV EXPL 10-7243

vonnis van de kantonrechter d.d. 18 januari 2011

inzake

[A] h.o.d.n. [A] Installaties,
hierna te noemen: [A],
zaakdoende te [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde: X,

tegen

[B],
hierna te noemen: [B],
wonende te Holwerd,
gedaagde,
procederende in persoon.

Het verdere procesverloop

1.  Ingevolge het tussenvonnis van 16 november 2010 heeft [A] een herstelexploot uitgebracht. Vervolgens heeft [B] een akte genomen. Hierna is vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.

Motivering
De vaststaande feiten
Als gesteld en erkend, dan wel als niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud der overgelegde producties staat het volgende vast.

2.1.  In september 2003 heeft [A] bij [B] een nieuwe cv-ketel van het merk Bosch geïnstalleerd. Op deze ketel werd twee jaar fabrieksgarantie gegeven.

2.2.  De cv-ketel is na het aflopen van de garantietermijn van 2 jaar, op 26 mei 2006, door [A] gerepareerd.

2.3.   De kosten van deze reparatie zijn bij factuur van 27 mei 2006 bij [B] in rekening gebracht. Op de factuur staat vermeld dat er één ventilator is vervangen. De waarde van deze ventilator bedroeg € 167,89.

2.4.  [B] heeft de kosten van de reparatie niet betaald.

Het standpunt van [A]
3.1.  [A] stelt dat in Nederland een garantietermijn van twee jaar voor cv-ketels algemeen is geaccepteerd. [A] voert hierbij aan dat ook voor de ketel van Bosch een garantietermijn geldt van 2 jaar en dat er 10 jaar garantie wordt gegeven op de warmtewisselaar, mits het toestel jaarlijks wordt onderhouden door een erkend installateur. Volgens [A] is [B] gehouden om de reparatiekosten te betalen, nu de reparatie heeft plaatsgevonden na afloop van de garantietermijn. In reactie op het verweer stelt [A] dat de cv-ketel de eigenschappen bezit die van een cv-ketel mag worden verwacht. [A] voert verder aan dat het een technisch product is en dat [B] niet kan verwachten dat de onderdelen niet stuk zouden gaan.

Het standpunt van [B]
4.1.  [B] stelt dat zij, gelet op de leeftijd van de cv-ketel, mag verwachten dat het apparaat probleemloos functioneert. Ter onderbouwing van dit standpunt verwijst zij naar een brochure van de fabrikant van de cv-ketel. [B] is dan ook de mening toegedaan dat de cv-ketel niet aan de gesloten overeenkomst beantwoordt. Zij betwist dat zij [A] opdracht heeft gegeven tot reparatie. [B] stelt dat zij aan [A] had medegedeeld dat zij eventuele reparatiekosten niet zou betalen.

De verdere beoordeling van het geschil
5.1.  De kantonrechter neemt hier de inhoud van voormeld tussenvonnis over.

5.2.  [B] heeft een cv-ketel van [A] gekocht. Tussen partijen is niet in geschil dat het hier een consumentenkoop betrof. De kantonrechter begrijpt uit de stellingen van [B] dat zij van mening is dat de afgeleverde cv-installatie niet aan de overeenkomst beantwoordt en dat daarom [A] op haar verzoek, conform het in artikel 21 lid 1 sub b BW bepaalde, tot herstel van de afgeleverde zaak is overgegaan. De vraag die derhalve in het onderhavige geval beantwoord moet worden is of de cv-ketel daadwerkelijk niet aan de overeenkomst beantwoordde, in andere woorden, of het hier een non-conforme zaak betrof als bedoeld in de artikelen 7:17 en 7:18 BW. Immers, slechts onder die omstandigheden zou [B] op grond van artikel 21 lid 1 sub b BW van [A] kunnen verlangen dat zij tot herstel van de cv-ketel overgaat.

5.3.  De kantonrechter merkt allereerst op dat [A] met haar stelling, dat de garantietermijn van 2 jaar was verstreken, miskent dat de wettelijke rechten van een consumentkoper in geval van de koop van een non-conforme zaak niet worden bepaald door een ‘blokgarantie’ als de onderhavige en dat de rechten van de consument niet ophouden na het verstrijken van de garantietermijn.

5.4.  Artikel 7:17 BW lid 2 bepaalt dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag blijkens het tweede lid van dit artikel verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen.

5.5.  Bij de beoordeling van de vraag of een op grond van een consumentenkoop afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoordt moeten alle omstandigheden van het geval worden afgewogen. Op grond van artikel 7:18 lid 1 BW mogen daarbij tevens worden betrokken de uitlatingen die Bosch ter zake de verkochte cv-ketel doet in de door haar gepubliceerde -aan de consument gerichte- brochures.

5.6.  In het onderhavige geval gaat het om een nieuwe zaak. Uit de door [A] als productie 1 bij conclusie van repliek overgelegde offerte blijkt dat voor de cv-ketel die thans onderwerp van geschil is, een adviesprijs geldt van in totaal € 1.780,00. Met betrekking tot de duurzaamheid van het product is het een feit van algemene bekendheid dat een cv-ketel bedoeld is om gedurende een lange periode te functioneren. Ten aanzien van de periode moet op grond van algemene ervaringsregels er van worden uitgegaan dat een gemiddelde cv-ketel een levensduur heeft van ongeveer 15 jaar. Dat van cv-ketels verwacht mag worden dat zij gedurende lange tijd functioneren blijkt ook uit het feit dat door fabrikanten een langdurige garantie wordt verstrekt. In het geval van Bosch wordt op het gehele toestel 2 jaar garantie gegeven en wordt er op de warmtewisselaar van het toestel 10 jaar garantie verstrekt. Dat ter zake cv-ketels een algemene geaccepteerde garantietermijn van twee jaar heeft te gelden is door [A] wel gesteld, maar deze stelling is door haar niet nader onderbouwd. Dit had wel van haar verwacht mogen worden nu uit de door [A] als productie 1 bij conclusie van repliek in het geding gebrachte offerte blijkt dat ATAG op haar cv-ketel 5 jaar garantie geeft.

5.5.  Door [B] is aangevoerd, en deze stelling is door [A] niet weersproken, dat [A] heeft aangegeven dat deze cv-ketel lang mee zou gaan. In de door [B] overgelegde brochure van de fabrikant van de cv-ketel staat vermeld: “Door het gebruik van duurzame materialen en technieken gaan de HR-ketels van Bosch lang mee. Probleemloos. Weer zo’n voordeel van het wereldmerk Bosch!”

5.6.  De kantonrechter overweegt dat het bovenstaande zich niet verhoudt met de omstandigheid dat de ventilator van de cv-ketel na ongeveer tweeënhalf jaar de geest geeft. Naar het oordeel van de kantonrechter moet derhalve worden geconcludeerd dat de cv-ketel niet aan de overeenkomst beantwoordt nu reeds tweeënhalf jaar na aanschaf een onderdeel met een waarde van € 167,89 vervanging behoeft. [B] heeft derhalve op goede gronden [A] mogen verzoeken om tot herstel van het gebrek over te gaan, hetgeen [A] ook heeft gedaan. De stelling van [A] dat garantie enkel wordt verstrekt als periodiek onderhoud wordt gepleegd passeert de kantonrechter nu gesteld noch gebleken is dat het falen van het betreffende onderdeel -de ventilator- het gevolg is van gebrekkig onderhoud.

5.7.  Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de vordering moet worden afgewezen.

5.8.  [A] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. Omdat geen professionele rechtshulpverlener is ingeschakeld en verder niet is aangetoond dat er kosten zijn gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen worden de proceskosten op nihil gesteld.

Beslissing
De kantonrechter:

wijst de vordering af;

veroordeelt [A] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [B] begroot op nihil.
(bron:www.rechtspraak.nl)