Ontslag en Sociaal plan

Werknemers nemen ontslag voor de ingangsdatum van het sociaal plan en maken aanspraak op de vergoeding die in dat sociaal plan is opgenomen. Vordering afgewezen. Er is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van dwaling, voorwaardelijke opzegging, slecht werkgeverschap of strijd met de maatstaven van de redelijkheid en billijkheid.

Hebt u vragen over ontslag, reorganisatie en het sociaal plan, of behoefte aan direct advies, rechtsbijstand of informatie, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze reorganisatie arbeidsrecht en ontslagrecht advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist in arbeidsrecht en (collectief) ontslagrecht. Bel ons nu op 030 252 35 20 – of tot 22.00 uur tegen lokaal tarief – op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton

Locatie Haarlem

zaak/rolnr.: 387157/CV EXPL 08-6833
datum uitspraak: 31 december 2008 (bij vervroeging)

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER

inzake

1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid ABC
te Utrecht
2. [eiser 2]
wonende te [woonplaats]
3. [eiser 3]
wonende te [woonplaats]
4. [eiser 4]
wonende te [woonplaats]
5. [eiser 5]
wonende te [woonplaats]
eisende partijen
hierna ook te noemen eisers, ABC, respectievelijk [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5]
gemachtigde X,

tegen

de besloten vennootschap DEF Aviation Logistics B.V.
te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde partij
hierna te noemen DEF
gemachtigde mr. Y.

De procedure

Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken:
–  de dagvaarding van 5 juni 2008, met producties,
–  de conclusie van antwoord, met producties,
–  het door de kantonrechter tussen partijen gewe¬zen en op 27 augustus 2008 uitgesproken tussenvonnis,
–  de aantekeningen van de griffier van de ingevolge dat vonnis op 10 december 2008 gehouden comparitie van partijen.

De feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweersproken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a.  De activiteiten van DEF lopen uiteen van schoonmaak van tot klein technisch onderhoud aan vliegtuigen. DEF verzorgt voorts op de luchthaven Schiphol de schoonmaak, de volledige warehousing en de vervanging van boardsupplies.
b.  Tot 1 april 2008 had DEF met KLM een overeenkomst met betrekking tot bepaalde logistieke en assemblage werkzaamheden ten behoeve van vliegtuigen van de KLM.
c.  KLM heeft haar contract met DEF ter zake voormelde werkzaamheden met ingang van 31 maart 2008 opgezegd.
d.  [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] zijn lid van ABC.
e.  Bij schrijven van 3 september 2007 heeft ABC haar leden uitgenodigd voor een bijeenkomst op 10 september 2007. In die uitnodiging was onder meer het volgende opgenomen:
“Dinsdag 28 augustus 2007 hebben er onderhandelingen op het kantoor van DEF plaatsgevonden in verband met de te maken afspraken over een sociaal plan. (…) De looptijd van het sociaal plan is vastgesteld op 6 maanden, van 1 oktober 2007 tot en met 31 maart 2008.
(…)”
f.  Met het oog op de gevolgen van de opzegging van het contract tussen DEF en KLM voor de betrokken werknemers zijn DEF en ABC op 26 september 2007 een sociaal plan overeengekomen, welk plan een looptijd kent van 1 oktober 2007 tot en met 31 maart 2008.
g.  De preambule van het sociaal plan luidt (ondermeer) als volgt: “Dit Sociaal Plan is opgesteld, omdat dat KLM de activiteiten, uitbesteedt aan DEF Logistics, met ingang van 31 maart 2008 zal beëindigen. Dat betekent dat alle medewerkers werkzaam voor DEF Logistics op Schiphol-Oost boventallig worden.
Doel van dit Sociaal Plan is het opvangen van de negatieve sociale en financiële gevolgen van deze reorganisatie voor de werknemers waarvan de positie binnen DEF Logistics vervalt. Uitgangspunten hierbij is het bemiddelen van werk naar werk.(…)”
h.  In artikel 7 van het sociaal plan is onder meer de volgende bepaling opgenomen:
“Einde arbeidsovereenkomst op initiatief van de werknemer
De werknemer die boventallig is verklaard kan op ieder moment de arbeidsovereenkomst opzeggen. Indien de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werknemer eindigt vóór 1 april 2008 ontvangt de werknemer een uitkering ineens ter hoogte van de kantonrechterformule.
Hierop wordt per gewerkte maand, gerekend vanaf 1 oktober 2007, een ½ maand in mindering gebracht.”
i.  [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] zijn allen boventallig verklaard in de zin van het sociaal plan.
j.  Bij brief van 26 september 2007 heeft [eiser 4] zijn arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2007 opgezegd.
k.  Bij afzonderlijke brieven van 27 september 2007 heeft DEF het volgende aan [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] geschreven:
“Zoals u weet heeft de KLM besloten de werkzaamheden, uitbesteed aan DEF Aviation Logistics, met ingang van 1 april 2008 te beëindigen.
Om de gevolgen daarvan voor u zoveel mogelijk te beperken is DEF met ABC een Sociaal Plan overeengekomen.
Uitgangspunten zijn:
1.  DEF doet haar uiterste best om voor u ander werk binnen de DEF organisatie te vinden. Indien aan u een passende baan wordt aangeboden bent u verplicht dat werk te accepteren. Wij wijzen u er op dat wij in het sociaal plan zijn overeengekomen dat de financiële gevolgen van een weigering voor uw rekening komen.
2.  Indien plaatsing binnen DEF niet mogelijk is zullen wij u met behulp van Timing begeleiden naar ander werk. Ook hiervoor geldt dat u alle medewerking dient te verlenen.
3.  Mocht het ondanks alle inspanningen niet lukken u te herplaatsen dan zal het dienstverband eindigen per 1 april 2008.
4.  Omdat wij niet op voorhand weten welke medewerkers wij ander werk kunnen aanbieden zullen wij voor iedereen formeel aan de kantonrechter toestemming vragen het dienstverband per 01 april 2008 te beëindigen Eén dezer dagen zult u een afschrift van het verzoekschrift aan de kantonrechter van ons ontvangen.
5.  Voor de financiële afwikkeling van het dienstverband verwijzen wij naar het sociaal plan.
(…)”
l.  [eiser 2], [eiser 3] en [eiser 5] hebben bij brieven van 28 september 2007 hun arbeidsovereen-komsten eveneens per 1 oktober 2007 opgezegd.
m.  [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] hebben aanspraak gemaakt op de ontslagvergoeding conform voormelde bepaling uit artikel 7 van het sociaal plan.
n.  DEF heeft de opzeggingen van [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] aanvaard en hen medegedeeld dat zij niet in aanmerking komen voor de in artikel 7 van het sociaal plan vermelde ontslagvergoeding. In dat verband heeft DEF bij afzonderlijke brieven van 9 oktober 2007 aan elk van hen het volgende geschreven:
“U heeft aangegeven om de DEF organisatie te willen verlaten. Uw verzoek om het dienstverband met DEF Aviation Logisitcs B.V. per 1 oktober 2007 te beëindigen, willigen wij hierbij in.
Wij willen u er echter wel op wijzen dat er binnen DEF ten tijde van uw opzegging vervangende werkzaamheden voor u beschikbaar waren en u zijn aangeboden. Zoals wij in onze brief van 27 september 2007 al hebben aangegeven kunt u derhalve geen aanspraak maken op een ontslagvergoeding.
(…)”
o.   [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] hebben in hun opzeggingsbrieven vermeld dat zij hun dienstverband wensen te beëindigen in verband met het aanvaarden van een dienstbetrekking elders.

De vordering

Eisers vorderen dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I.  voor zover sprake was van overeenkomsten tussen eisers en DEF ter zake van de beëindiging van hun dienstverbanden per 1 oktober 2007, deze overeenkomsten zal vernietigen.
II.  DEF Aviation Logistics B.V. zal veroordelen om, binnen één week na betekening van het in deze te wijzen vonnis, het tussen haar en ABC op 26 september 2007 overeengekomen sociaal plan integraal na te leven, in het bijzonder artikel 7, laatste alinea van dit sociaal plan, in die zin dat DEF Aviation Logistics BV, conform het bepaalde in artikel 7, laatste alinea van het sociaal plan zal worden veroordeeld tot betaling van:
–  €23.260,36 aan de heer A. [eiser 2];
–  €14.859,42 aan de heer A. [eiser 3];
–  €41.221,94 aan de heer M. [eiser 4];
–  €16.158,67 aan de heer C. [eiser 5];
te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 juncto 6:120 BW;
III.  DEF Aviation Logistics voort zal veroordelen in de kosten van dit geding.

Eisers hebben hun vordering op de volgende drie grond¬slagen gebaseerd:
1.  Primair beroep op dwaling:
DEF had zich er van moeten vergewissen of [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] niet dwaalden bij de totstandkoming van de uiteindelijke beëindigingsovereenkomst die tot stand kwam door het schrijven van DEF van 9 oktober 2007. [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] hebben gedwaald bij de beëindiging van het dienstverband en waren hiertoe niet overgegaan indien zij door DEF op de juiste wijze waren ingelicht over de specifieke consequenties van de beëindiging per 1 okto-ber 2007. De dwaling is hierin gelegen dat [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] op 9 oktober 2007, de datum waarop de overeenkomsten tot stand zijn gekomen, op basis van mededelingen van DEF ervan uitgingen dat het sociaal plan ook al voor de ingangsdatum van 1 oktober 2007 op hun opzeggingen van toepassing zou zijn.

Subsidiair beroep op voorwaardelijke opzegging:
[eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] gingen over tot opzegging van hun dienstverband onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat zij in aanmerking kwamen voor een vergoeding conform artikel 7 laatste alinea van het sociaal plan.

2.  Artikel 7:611 BW:
DEF heeft zich jegens [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] niet als goed werkgever gedragen, nu zij geen enkele ontslagvergoeding aan [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] uitkeert. Daarbij is het volgende van belang:
–  het stond vast dat alle betrokken werknemers als boventallig werden beschouwd,
–  DEF wenste op de kortst mogelijke termijn de dienstverbanden met haar werknemers beëindigd te zien,
–  DEF en FNV hebben in het sociaal plan uitdrukkelijk afspraken gemaakt,
–  door DEF is ten opzichte van [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] ten minste de indruk gewekt dat ook zij het sociaal plan na ondertekening hiervan onmiddellijk van toepassing achtte,
–  DEF had [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] uitdrukkelijk dienen te wijzen op de gevolgen van de opzegging tegen 1 oktober 2007,
–  DEF had zich jegens [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] verbonden tot een ontslagvergoeding.
Gezien deze omstandigheden zijn [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] van mening dat DEF in strijd handelde met goed werkgeverschap door [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] vanwege het drie dagen te vroeg opzeggen van hun dienstverband geen (enkele) vergoeding toe te kennen.

3.  Artikel 6:248 BW:
Gezien de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden menen [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] dat uit de eisen van de redelijkheid en billijkheid voortvloeit dat ook aan hen de vergoeding zoals deze staat opgenomen in artikel 7 van het sociaalplan door DEF moet worden uitgekeerd.

Voorts hebben eisers de gevorderde vergoedingen als volgt gespecificeerd:

Met betrekking tot [eiser 2]:
[eiser 2] was sedert 2 december 2002 in dienst van DEF als magazijnmedewerker tegen een salaris van €1.698,61 per maand en sedert 25 juli 1995 werkzaam binnen de bedrijfstak. De vergoeding die DEF hem verschuldigd is bedraagt €23.260,36.

Met betrekking tot [eiser 3]:
[eiser 3] was sedert 2 december 2002 in dienst van DEF als magazijnmedewerker tegen een salaris van €1.719,84 per maand en sedert 11 oktober 1999 werkzaam binnen de bedrijfstak. De vergoeding die DEF hem verschuldigd is bedraagt €14.859,42.

Met betrekking tot [eiser 4]:
[eiser 4] was sedert 15 februari 2003 in dienst van DEF als magazijnmedewerker tegen een salaris van €2.063,16 per maand en sedert 14 juli 1992 werkzaam binnen de bedrijfstak. De vergoeding die DEF hem verschuldigd is bedraagt €41.221,00.

Met betrekking tot [eiser 5]:
[eiser 5] was sedert 2 december 2002 in dienst van DEF als magazijnmedewerker tegen een salaris van €880,10 per maand en sedert 16 november 1993 werkzaam binnen de bedrijfstak. De vergoeding die DEF hem verschuldigd is bedraagt €16.158,67.

Het verweer

DEF betwist de vordering en voert daartoe tegen de genoemde grondslagen van de vordering het volgende aan:

1.  Primair beroep op dwaling:
De opzegging door [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] is een eenzijdige rechtshandeling, waarop de wettelijke bepalingen omtrent dwaling niet van toepassing zijn.
Bovendien kan er van dwaling geen sprake zijn. DEF heeft er nimmer een misverstand over laten bestaan dat het sociaal plan gold vanaf 1 oktober 2007. DEF heeft niet aan [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] medegedeeld dat het sociaal plan ook al van toepassing zou zijn bij opzegging voor 1 oktober 2007.

Subsidiair beroep op voorwaardelijke opzegging:
In de opzeggingsbrieven is niet de voorwaarde opgenomen dat de arbeidsovereenkomst alleen opgezegd wordt als de vergoeding betaald wordt. Indien het de bedoeling van [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] was geweest om voorwaardelijk de arbeidsovereenkomst op te zeggen, dan had dit uit de brieven duidelijk moeten blijken, maar dat is niet het geval.

2.  Artikel 7:611 BW:
DEF mocht, nu [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] in de opzeggingsbrief hebben aangegeven een andere baan te hebben, erop vertrouwen dat [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] daadwerkelijk een einde aan de arbeidsovereenkomst wilden. Dit geldt temeer nu ABC de opzeggingsbrieven voor [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] heeft opgesteld en de brief van [eiser 4] zelf aan DEF heeft overhandigd. In de uitnodiging van 3 september 2007 van ABC staat duidelijk vermeld dat het sociaal plan geldt vanaf 1 oktober 2007 tot en met 31 maart 2008. Alleen hierdoor had al duidelijk kunnen zijn dat de aanspraken uit het sociaal plan zouden ingaan op 1 oktober 2007.

3.  Artikel 6:248 BW:
Er is geen sprake van een overeenkomst tussen partijen. Daarom geldt artikel 6:248 BW hier niet.

De beoordeling van het geschil

Het beroep op dwaling:

1.  De kantonrechter is van oordeel dat geen sprake is van beëindingsovereenkomsten. [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] hebben zelf hun arbeidsovereenkomst opgezegd. Het betreft hier dus telkens eenzijdige rechtshandelingen, die vervolgens door DEF bij afzonderlijke brieven van 9 oktober 2008 zijn geaccepteerd. Dat betekent echter niet dat die acceptatie leidt tot het tot stand komen van beëindigingsovereenkomten met [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5]. Reeds om die reden kan het beroep op dwaling niet slagen.

De voorwaardelijke opzegging:

2.  Op geen enkele wijze hebben [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] aannemelijk gemaakt dat de door hen gedane opzegging onder de gestelde voorwaarde is gedaan. De gestelde voorwaarde blijkt beslist niet uit de opzeggingsbrieven, terwijl er overigens geen bewijs voor is aangevoerd. Het enkele feit dat DEF geweten zou hebben dat er sprake zou zijn (in het geval van [eiser 4]) of was (in het geval van [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5]) van een sociaal plan, brengt niet met zich dat zij had moeten begrijpen dat [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] hun overeenkomsten opzegden onder de voorwaarde dat het sociaal plan van toepassing zou zijn.

Artikel 7:611 BW:

3.  Niet gezegd kan worden dat DEF haar verplichtingen als goed werkgever niet is nagekomen. Voor het feit dat DEF en/of haar vertegenwoordigers tijdens de bijeenkomst in september 2007 hebben meegedeeld dat het sociaal plan ook van toepassing zou zijn op opzeggingen voor 1 oktober 2007 is onvoldoende gesteld om eisers tot bewijslevering te kunnen toelaten. Kennelijk zijn [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] door ABC op het verkeerde been gezet door met gebruikmaking van de door ABC geredigeerde opzeggingsbrieven reeds vóór 1 oktober 2007 de arbeidovereenkomst op te zeggen.
Een en ander geldt temeer nu [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] in die opzeggingsbrieven al hadden opgenomen dat zij de arbeidsovereenkomst wensten te beëindigen wegens het aanvaarden van een dienstbetrekking elders. Nu ook het sociaal plan uitging van “het opvangen van de negatieve sociale en financiële gevolgen van” de reorganisatie, was DEF daarom niet verplicht [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] erop te wijzen dat het sociaal plan eerst vanaf 1 oktober 2007 zou gelden. [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] waren daar bovendien zelf ook volledig van op de hoogte, gelet op de uitnodiging van 3 september 2007 van ABC voor de bijeenkomst op 10 september 2007.

Artikel 6:248 BW:

4.  Gelet op de bovengenoemde feiten en omstandigheden is de kantonrechter voorts van oordeel dat geen sprake is van strijd met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Er is immers geen sprake van een als gevolg van een overeenkomst geldende regel, waarvan toepassing naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

Slotsom

5.  Het vorenstaande leidt de kantonrechter tot de conclusie dat de vorderingen [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] moeten worden afgewezen.

6.  De vorderingen zijn zodanig geformuleerd dat zij alle betrekking hebben op vernietiging van de gestelde overeenkomsten met [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] en voorts op betaling van een vergoeding aan elk van hen. Om die reden is de kantonrechter niet gebleken van enig belang van ABC bij deze vorderingen. Daarom zal ABC niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.

7.  Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskoten worden veroordeeld.

Beslissing

De kantonrechter:

Verklaart ABC niet-ontvankelijk.

Wijst de vordering van [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiser 5] af.

Veroordeelt eisers in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van DEF begroot op €1.200,00 aan salaris voor de gemachtigde.

(bron: www.rechtspraak.nl)

Hebt u vragen over deze uitspraak, dan wel over reorganisatie en ontslag of het sociaal plan, of behoefte aan direct advies, rechtsbijstand of informatie, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze reorganisatie arbeidsrecht en ontslagrecht advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist in arbeidsrecht en (collectief) ontslagrecht. Bel ons nu op 030 252 35 20 – of tot 22.00 uur tegen lokaal tarief – op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.