Opzeggen duurovereenkomst, wanneer mogelijk (opzegtermijn)?

Of en, zo ja, onder welke voorwaarden een voor onbepaalde tijd aangegane duurovereenkomst opzegbaar is, wordt bepaald door de inhoud daarvan en door de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen.

Indien, wet en overeenkomst niet voorzien in een regeling van de opzegging, geldt dat de overeenkomst in beginsel opzegbaar is.

De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat (HR 3 december 1999, LJN AA3821, NJ 2000/120).

Uit diezelfde eisen kan, eveneens in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval, voortvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding. Zie HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ9854, De Ronde Venen/Stedin.

In HR 14 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ4163, Auping/Beverslaap heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de door het hof aangenomen omstandigheden (een relatie van 8,5 jaar en een omzet die in grote mate afhankelijk was van de opdrachtgever) niet zonder meer meebrengen dat een zwaarwegende grond voor de opzegging van de bestaande commerciƫle relatie aanwezig moet zijn. Die omstandigheden kunnen eventueel wel meebrengen dat een langere opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat een (schade)vergoeding aangeboden moet worden, aldus de Hoge Raad.