Arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht?

In dit artikel zal een opmerkelijke uitspraak worden besproken, waarin de vraag centraal stond of verzoeker werkzaamheden verrichtte voor verweerder in het kader van een tussen hen bestaande arbeidsovereenkomst of in het kader van een tussen verweerder en het bedrijf van verzoeker bestaande overeenkomst van opdracht (managementovereenkomst).

Casus
Werknemer (hierna: verzoeker) is in 1997 in dienst getreden bij een bouwbedrijf (hierna: verweerder) in de functie van calculator, daarnaast maakte hij deel uit van het managementteam.
In 2010 is verzoeker in dienst getreden bij zijn eigen management B.V. en deze management B.V. heeft een managementovereenkomst en een winstdelingsregeling gesloten met verweerder. Het doel van deze organisatorische wijziging was gelegen in fiscaal voordeel. Verzoeker bleef verder gewoon dezelfde werkzaamheden verrichtten.
Op 1 juli 2015 heeft verweerder de managementovereenkomst met verzoeker vanwege bedrijfseconomische redenen per 1 oktober 2015opgezegd.

In deze zaak staat de vraag centraal of verzoeker nog steeds in dienst was op grond van de oude arbeidsovereenkomst, of dat er sprake was van een overeenkomst van opdracht, in verband met de overeengekomen managementovereenkomst.

Verzoeken
Verzoeker stelt dat er tussen partijen sprake is van een arbeidsovereenkomst en dat deze niet rechtsgeldig is geëindigd, noch door het aangaan van de managementovereenkomst, noch door de opzegging van de managementovereenkomst.
Hierom vordert hij (primair) werkhervatting en loon en (subsidiair) een billijke vergoeding van € 210.000,00 bruto en een vergoeding uit hoogte van de onrechtmatige opzegging van
€ 10.509,48 bruto.

Verweer
Verweerder is van mening dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen willens en wetens is beëindigd toen is overgegaan op de managementovereenkomst. Verzoeker heeft deze overeenkomst en de winstdelingsregeling getekend en hiermee is de arbeidsovereenkomst die bestond tussen partijen, omgezet in een overeenkomst van opdracht.
Ter onderbouwing van zijn standpunt dat er geen sprake meer is van een arbeidsovereenkomst, stelt verweerder dat:
– verzoeker was bestuurder en onderdeel van het managementteam;
– er geen sprake meer was van een gezagsverhouding;
– werknemer bepaalde zijn eigen agenda en vakanties;
– functioneringsgesprekken hebben alleen plaatsgevonden op uitdrukkelijk verzoek van verzoeker;
– er werd niet gevraagd naar urenoverzichten/verlofoverzichten;
– beloning voor de werkzaamheden van verzoeker vond plaats via de management fee die voldaan werd aan zijn management B.V.;
– voor verzoeker hoefde geen loonbelasting en premie sociale verzekeringen te worden betaald;
– voor verzoeker was een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afgesloten.

Beoordeling kantonrechter
De vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht wordt bepaald door hetgeen partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen hadden en hoe zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven. Daarbij is niet één enkel kenmerk beslissend, maar dienen de verschillende rechtsgevolgen die partijen aan hun rechtsverhouding hebben verbonden in hun onderling verband worden bezien.

Gelet op de standpunten van partijen is de kantonrechter van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat partijen vanuit een fiscaal oogpunt een managementovereenkomst zijn overeengekomen. Desalniettemin kan uit de verdere feitelijke uitvoering van de overeenkomst, te weten de werkzaamheden die verzoeker verrichtte en de wijze waarop hij dit deed, volgen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Het verschil tussen een arbeidsovereenkomst (artikel 7:610 BW) en een overeenkomst van opdracht (artikel 7:400 BW) is met name gelegen in het “in dienst staan van de andere partij”. Volgens de kantonrechter is in deze zaak dus het al dan niet (voort)bestaan van de gezagsverhouding tussen partijen het belangrijkste element om te beoordelen of er nog steeds sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Uit hetgeen partijen hebben gesteld, leidt de kantonrechter af dat de gezagsverhouding is blijven bestaan. Verzoeker heeft ook ná 2010 wekelijks overleg gehad met zijn leidinggevende, over wat er wel en niet goed ging ten aanzien van zijn werkzaamheden als calculator. Van deze gesprekken zijn ook verslagen gemaakt. Uit zo een verslag volgt dat er vragen gesteld werden als “krijgt de medewerker voldoende steun van zijn leidinggevende?” dit bevestigt een gezagsverhouding.

Verder leidt de kantonrechter – uit de standpunten van partijen af – dat verzoeker als aandeelhouder en lid van het managementteam en in die hoedanigheid bij de aandeelhoudersvergaderingen en besprekingen aanwezig was en niet als bestuurder en uit hoofde van zijn management B.V. En tot slot is van belang dat verzoeker reeds vóór 2010 een volmacht bezat om namens verweerder te tekenen.

Gelet op vorenstaande oordeelt de kantonrechter dan ook dat onvoldoende is gebleken dat door de invoering van de managementovereenkomst (in 2010) wijzigingen zijn opgetreden in de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden van verzoeker in de functie van calculator. En ook de gezagsverhouding is gelijk gebleven.

De kantonrechter concludeert dan ook dat de arbeidsovereenkomst tussen verzoeker en verweerder is blijven bestaan en kent de verzoeken van verzoeker op deze punten toe.

Conclusie
Deze uitspraak is opmerkelijk en biedt ruimte voor , omdat (kanton)rechters in dit soort zaken voorheen veelal oordeelden dat de totstandkoming van een managementovereenkomst een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst. Na opzegging van de managementovereenkomst kon dus geen beroep meer worden gedaan op de (oude) arbeidsovereenkomst.
De uitspraak van 29 december 2015 zet de deur dus op een kier voor werknemers in gelijksoortige situaties.

Bron: Kantonrechter te Utrecht, 29 december 2015 (ECLI:NL:RBMNE:2015:9397) en kantonrechter te Breda, 18 februari 2015 (niet gepubliceerd).

Is bovengeschetste situatie ook op u van toepassing en wilt u het ontslag aanvechten, dan zijn de arbeidsrechtadvocaten van TEAM Advocaten u graag van dienst.