Opheffen dwangsom

Artikel 611d lid 1 Rv bepaalt: “De rechter die een dwangsom heeft opgelegd, kan op vordering van de veroordeelde de dwangsom opheffen, de looptijd ervan opschorten gedurende de door hem te bepalen termijn of de dwangsom verminderen in geval van blijvende of tijdelijke, gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de veroordeelde om aan de hoofdveroordeling te voldoen.”

Deze bepaling moet restrictief worden uitgelegd. Van onmogelijkheid als bedoeld in artikel 612d lid 1 Rv kan onder meer sprake zijn, indien het onredelijk zou zijn meer inspanning en zorgvuldigheid te vergen dan de veroordeelde heeft betracht (BenGH 25 september 1986, NJ 1987/909; HR 21 mei 1999, NJ 2000/13; HR 13 juni 2003, NJ 2003/521).

De stelplicht en bewijslast van feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat sprake is van bedoelde onmogelijkheid, rusten op de veroordeelde. (bron:www.rechtspraak.nl)