Bestuurdersaansprakelijkheid

Voor persoonlijke aansprakelijkheid van een kan slechts aanleiding zijn in uitzonderlijke omstandigheden. Deze hoge drempel voor aansprakelijkheid van een bestuurder tegenover een derde wordt gerechtvaardigd door de omstandigheid dat ten opzichte van de wederpartij primair sprake is van handelingen van de vennootschap en door het maatschappelijk belang dat wordt voorkomen dat bestuurders hun handelen in onwenselijke mate door defensieve overwegingen laten bepalen (HR 20 juni 2008, NJ 2009, 21 en HR 5 september 2014, NJ 2015, 22).

Inherent aan ondernemen is dat bij de bedrijfsvoering risico’s worden gelopen c.q. genomen. Dit brengt met zich dat de wetenschap van een (ook meer dan verwaarloosbaar) risico dat een bepaalde verplichting niet kan worden nog nagekomen, nog niet betekent dat de aansprakelijkheid van de bestuurder wordt aangenomen als dat risico zich vervolgens verwezenlijkt. De omstandigheid dat bestuurders van ondernemingen worden geconfronteerd met vele onzekerheden en risico’s vereist dat hen een zekere bestuurs- en beleidsvrijheid wordt gelaten.