Onrechtmatige hinder

Het antwoord op de vraag of sprake is van onrechtmatige hinder in de zin van artikel 5:37 BW, hangt af van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waarbij onder meer rekening moet worden gehouden met het gewicht van de belangen die door de hinder toebrengende activiteit worden gediend, en de mogelijkheid – mede gelet op de daaraan verbonden kosten- en de bereidheid om maatregelen ter voorkoming van schade te treffen. (bron:www.rechtspraak.nl)