Geslachtsnaamwijziging bij erkenning door vader, na overlijden moeder

Op 17 juli 2014 heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden zich over de volgende vraag uitgelaten:
Kan de vader, na het overlijden van de moeder, bij de erkenning van het kind, nadat daarvoor toestemming door de rechtbank was gegeven, ook een naamskeuze uitbrengen, waardoor het kind nu de geslachtsnaam van de man draagt?

De rechtbank heeft voornoemde vraag – in eerste aanleg – bevestigend beantwoord.

Procedure bij het Hof
De rechtsvraag zie op het naamrecht dat is geregeld in artikel 1:5 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Voor deze zaak waren de volgende leden van dit artikel van belang:
– lid 1: Indien een kind alleen in familierechtelijke betrekking tot de moeder staat, heeft het haar geslachtsnaam.
– lid 2: Indien een kind door erkenning in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan, houdt het de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder en de erkenner ter gelegenheid van de erkenning gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben.
– lid 4: Indien een kind door geboorte in familierechtelijke betrekking tot beide ouders komt te staan, verklaren de ouders gezamenlijk voor of ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte welke van hun beider geslachtsnaam het kind zal hebben.
– lid 9: Is één van de ouders voorafgaand aan het tijdstip waarop de naamskeuze uiterlijk moet zijn gedaan overleden en is de naamskeuze niet gedaan, dan legt de andere ouder een verklaring omtrent de naamskeuze af.

Standpunten partijen
De grootmoeder van het kind stelt zich – op grond van artikel 1:5 lid 1 en 2 BW – op het standpunt dat het kind bij de geboorte de geslachtsnaam van de moeder heeft gekregen en een wijziging na erkenning door de vader, alleen kan met instemming van de moeder.

De gemeente stelt zich – op grond van artikel 1:5 lid 2 en lid 9 BW – op het standpunt dat de vader bij de erkenning een naamskeuze kon doen.

Oordeel hof
Volgens het hof stond het kind ten tijde van de geboorte alleen in een familierechtelijke betrekking met de moeder. Op grond van artikel 1:5 lid 1 BW kreeg het kind daarom van rechtswege de geslachtsnaam van de moeder.

Artikel 1:5 lid 2 BW en artikel 1:5 lid 9 BW
Een geslachtsnaamwijziging kan plaatsvinden na erkenning op grond van artikel 1:5 lid 2 BW of op grond van artikel 1:5 lid 9 BW. Het hof heeft per artikel geoordeeld of er een geslachtsnaamwijziging kon plaatsvinden bij de erkenning door de vader.

1.
Artikel 1:5 lid 9 BW moet in verbinding met artikel 1:5 lid 4 BW worden gelezen. Oftewel als de ouders beiden in leven zijn, dan maken zij een geslachtsnaamkeuze voor of ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte (lid 4). Als één van de ouders voor dit tijdstip overleden is en de naamskeuze niet is gedaan, dan legt de andere ouder een verklaring omtrent de naamskeuze af (lid 9). In casus was deze situatie niet van toepassing, omdat er op het moment van de naamskeuze maar één ouder was, de moeder. De man had het kind immers nog niet erkend. De man kon dus niet overgaan tot het maken van een naamskeuze.

2.
Dan resteert de mogelijkheid op grond van artikel 1:5 lid 2 BW, echter in casus is dit ook niet mogelijk, omdat de moeder is overleden en zij dus niet kan instemmen met de wijziging van de geslachtsnaam.

Conclusie
Gelet op vorenstaande oordeelt het hof dat op het moment van de erkenning geen naamskeuze meer kon worden uitgebracht. De ambtenaar van de burgerlijke stand zal daarom worden gelast de geslachtsnaam van het kind te wijzigen in de geslachtsnaam van de moeder.

Bron: RFR 2014/122
Door: mr. Petra de Bruijn