Kinderalimentatie en stiefouders

Op basis van artikelen 1:392 en 1:395 Burgerlijk Wetboek zijn niet alleen ouders verplicht tot het verstrekken van levensonderhoud voor hun kinderen, maar ook stiefouders voor de stiefkinderen die tot hun gezin behoren. Stiefouder ben je als je getrouwd bent met de ouder van het kind. Maar hoe zit het als de nieuwe partner wel samenwoont met de ouder, maar niet getrouwd is met die ouder? Deze vraag is beantwoord door de Hoge Raad op 2 mei 2014 (ECLI:HR:2014:1066).

Een man heeft twee kinderen uit een eerdere relatie waarvoor hij onderhoudsplichtig is. Hij betaalt voor hen kinderalimentatie. Inmiddels woont hij samen met zijn nieuwe partner die ook twee kinderen heeft uit een eerdere relatie. De man stelt dat bij de bepaling van zijn draagkracht voor betaling van kinderalimentatie voor zijn twee kinderen ook rekening moet worden gehouden met de kosten in het levensonderhoud van de twee kinderen van zijn nieuwe partner. Hij is dus van mening dat hij ook onderhoudsplichtig is voor deze kinderen.

De Hoge Raad is het niet met de man eens. Op basis van de wet heeft de wettelijke verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud van kinderen en stiefkinderen voorrang boven wettelijke verplichtingen jegens andere onderhoudsgerechtigden. De Hoge Raad oordeelt dat deze voorrangsbepaling ook geldt in een geval waarin slechts sprake is van een morele (en dus geen wettelijke) verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud, zoals in het geval van de man die voorziet in de kosten van de kinderen van zijn partner. Kortom, bij de bepaling van zijn draagkracht voor zijn eigen kinderen wordt geen rekening gehouden met de kosten die hij voldoet ten behoeve van de kinderen van zijn nieuwe partner.

Door: mr. Ingeborg Redert